
Joseph Kardinaal Ratzinger - 4 april 1991
HET PROBLEEM VAN DE BEDREIGINGEN VOOR HET MENSELIJK LEVEN Overzicht gegeven bij het Buitengewone Consistorie over dit thema |
|||
► | De huidige oorlog tegen het leven |
De overtollige embryo's, die onvermijdelijk geproduceerd worden door de bevruchting in vitro (FIVET), worden bevroren en uit de weg geruimd, zo ze al niet terechtkomen bij hun kleine broertjes, de afgedreven foetussen die gebruikt worden als proefkonijnen of als grondstof voor de genezing van bepaalde kwalen, zoals de suikerziekte en de ziekte van Parkinson. Wanneer zich ongewenste, meervoudige zwangerschappen voordoen, biedt deze bevruchting in vitro vaak de gelegenheid tot 'selectieve' abortus (bijvoorbeeld de keuze van het geslacht).
De prenatale diagnose wordt bijna automatisch toegepast op vrouwen die, zoals men zegt, 'risico' lopen, teneinde systematisch alle vruchten af te voeren die min of meer misvormd of ziek zouden kunnen zijn. Diegenen die zo gelukkig zijn door hun moeder gedragen te worden tot het einde van de zwangerschap, maar wel het ongeluk treffen gehandicapt op de wereld te komen, lopen het risico aanstonds na hun geboorte uitgeschakeld te worden of de voeding en de meest elementaire verzorging te ontberen.
Zij die wegens ziekte of ongeval in een 'onomkeerbare' coma verkeren, zullen vaak ter dood worden gebracht om te kunnen voorzien in de vraag naar orgaantransplantaties of om te functioneren in het medische proefonderzoek ('de warme lijken').
Wanneer tenslotte de dood voor de deur staat, bekruipt velen de bekoring de komst hiervan te bespoedigen door middel van de euthanasie.