Paulus Augustinus Kardinaal Mayer o.s.b. - 16 januari 1988
PASCHALIS SOLLEMNITATIS De voorbereiding en viering van het Paasfeest - Rondzendbrief |
|||
► | HET PAASTRIDUUM IN HET ALGEMEEN |
De grootste mysteries van de verlossing der mensheid viert de Kerk jaarlijks vanaf de avondmis van Witte Donderdag tot en met het avondgebed van Paaszondag. Deze tijdsspanne wordt terecht 'triduum van de gekruisigde, begraven en verrezen Heer' genoemd Vgl. Congregatie voor de Riten, Decreet over de liturgische vernieuwing van het Hoogfeest van Pasen en de gehele Goede Week, Maxima redemptionis nostrae mysteria (16 nov 1955). AAS 47 (1955), p. 858 Vgl. H. Augustinus, Brieven, Epistulae. 55, 24, PL, 35, 215; ja, men spreekt zelfs van 'Paastriduum' omdat hierin het Paasmysterie d.w.z. de overgang van de Heer uit deze wereld naar de Vader, aanschouwelijk wordt voorgesteld en werkelijkheid wordt. Door dit mysterie onder liturgische en sacramentele tekenen te vieren verenigt de Kerk zich in een innige gemeenschap met Christus, haar Bruidegom.
Heilig is het Paasvasten op de eerste en tweede dag van het triduum, waarop volgens de oud-christelijke traditie de Kerk vast "omdat de Bruidegom is weggenomen." Vgl. Mc. 2, 19-20 Vgl. Tertullianus, De Ieiunio Adversus Psychicos. 2 et 13, "Corpus Christianorum" II, p. 1271 Op Goede Vrijdag moet overal het vasten met onthouding in acht worden genomen en het verdient aanbeveling dat dit op Stille Zaterdag wordt voortgezet, zodat de Kerk onthecht en ontvankelijk tot de vreugde van de verrijzenis des Heren komt. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Caeremoniale Episcoporum ex decreto sacrosancti Oecumenici Concilii Vaticani II instauratum (14 sept 1984), 295 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 110
Het verdient aanbeveling op Goede Vrijdag en ook op Stille Zaterdag de lezingendienst en het morgengebed gemeenschappelijk te vieren. Het is een goede zaak dat in de kathedrale kerk, zo mogelijk, de bisschop hieraan deelneemt samen met de clerus en het volk. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Caeremoniale Episcoporum ex decreto sacrosancti Oecumenici Concilii Vaticani II instauratum (14 sept 1984), 296 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Liturgie van de Getijden volgens de Romeinse ritus (tweede standaarduitgave 1985), Algemene inleiding op het getijdengebed, Institutio Generalis de Liturgia Horarum (7 apr 1985), 210
Deze getijden, die vroeger de naam droegen van "Donkere Metten", behoren een plaats te krijgen in de godsdienstige beleving van de gelovigen om het lijden, de dood en de begrafenis van de Heer met eerbied te overwegen en te beschouwen, terwijl zij uitzien naar de aankondiging van de verrijzenis.
Voor een goede viering van het Paastriduum is een voldoende aantal assistenten en dienaars nodig; zij behoren nauwkeurig onderricht te zijn in alles wat zij moeten doen. De priesters mogen niet vergeten de betekenis en het verloop van de vieringen zo goed mogelijk uit te leggen en de gelovigen voor te bereiden op een actieve en vruchtbare deelname.
Van bijzonder belang voor de viering van de Goede Week en vooral van het Paastriduum is de zang van het volk, van de assistenten en de celebrant, omdat dit beter past bij het bijzonder karakter van van deze dagen en ook omdat de teksten meer aan uitdrukkingskracht winnen wanneer zij gezongen worden. Aan de bisschoppenconferenties wordt gevraagd, indien zij dit nog niet hebben gedaan, te zorgen voor melodieën van teksten en acclamaties die altijd gezongen moeten worden. Dit zijn:
Men mag de liturgische gezangen die bedoeld zijn voor de deelname van het volk niet gemakshalve weglaten; hun vertaling in de volkstaal moet van een melodie voorzien worden. Indien deze teksten voor de gezongen viering in de volkstaal nog niet beschikbaar zijn, moet men zolang een keuze maken uit andere gelijksoortige teksten. Men doet er goed aan een eigen muzikaal repertoire samen te stellen dat alleen in deze vieringen wordt gebruikt. In het bijzonder moeten daarin voorkomen:
Ook bij het lijdensverhaal, de paasjubelzang en de zegening van het doopwater zal men zorgen voor geschikte melodieën die bet zingen van deze teksten vergemakkelijken.
In belangrijke kerken zal men gebruik maken van de rjke schat aan liturgische muziek, zowel oude als hedendaagse; men zal er evenwel steeds voor zorgen dat het volk naar behoren aan de liturgie kan deelnemen.
Het is beter dat kleine religieuze gemeenschappen, zowel clericale als niet-clericale, en andere gemeenschappen van leken, deelnemen aan de vieringen van het Paastriduum in meer belangrijke kerken. Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 26 N.B. In kloosters van monialen dienter voor zorg gedragen te worden dat de Paastriduum gevierd wordt met de grootst mogelijke ceremonies, maar wel in de kloosterkerk
Evenzo, waar niet voldoende deelnemers, dienaars en zangers aanwezig kunnen zijn, zullen de plechtigheden van het Paastriduum niet worden gehouden en zullen de gelovigen in een meer belangrijke kerk samenkomen. Ook waar verscheidene kleine parochies aan één priester zijn toevertrouwd, is het beter dat de betreffende gelovigen zich zoveel mogelijk verenigen in de voornaamste kerk om aan deze vieringen deel te nemen.
Waar echter een pastoor de zorg heeft voor twee of meer parochies waarvan de gelovigen in grote getale aan de vieringen deelnemen en deze met de vereiste zorg en plechtigheid kunnen plaatsvinden, mag hij, in het belang van de gelovigen, de vieringen van het Paastriduum herhalen met inachtneming van de geldende normen. Vgl. Congregatie voor de Riten, Voorschriften en Verkalringen van de Heilige Ritencongregatie omtrent de herstelde Orde van de Heilige Week, Ordinationes et Declarationes Circa Ordinem Hebdomadae Sanctae Instauratum (1 feb 1957), 21
De seminaristen moeten een volledige en perfecte liturgische vorming krijgen om zelf "het Paasmysterie van Christus zo te beleven dat zij eens het hun toevertrouwde volk daarin kunnen inwijden". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de priesteropleiding, Optatam Totius Ecclesiae (28 okt 1965), 8 Het is zeer passend dat zij in de jaren van hun seminarie-opleiding kennis maken met de viering van het Paasmysterie in haar volledige en rijkere vormgeving, in het bijzonder met die waarin de bisschop voorgaat. Vgl. Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Instructie over de liturgische vorming in seminaries (17 mei 1979), 15.33