Paulus Augustinus Kardinaal Mayer o.s.b. - 16 januari 1988
Men moet ervoor waken dat deze viering van de Eucharistie vlug en gehaast plaats vindt; het is juist van belang dat alle handelingen en woorden ten volle tot hun recht komen: de voorbede, waarin de pasgedoopten voor het eerst als gelovigen het koninklijk priesterschap uitoefenen Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Paaswake, nr. 49 Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Ritus van de christelijke initiatie der volwassenen, Orde van dienst van het Doopsel van volwassenen, 36; de offergang, waaraan ook de pasgedoopten deelnemen; het eerste, tweede of derde eucharistisch gebed, en wel gezongen, met speciale inlassingen Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Paaswake, nr. 53, tenslotte de Communie als moment van de volledige deelname aan het mysterie dat gevierd wordt. Hierbij kan eventueel Ps. 118 (117) Vgl. Ps. 117 worden gezongen met als antifoon “Christus, ons paaslam, is geslacht”, of Ps. 34 (33) Vgl. Ps. 33 met als antifoon het drievoudig “Alleluia” of een ander gezang dat de Paasjubel uitdrukt.