Paulus Augustinus Kardinaal Mayer o.s.b. - 16 januari 1988
Het derde deel van de wake is de viering van het Doopsel. Het Pasen van Christus en ons Pasen worden nu onder Sacramentele tekenen gevierd. Dit komt evenwel pas ten volle tot uitdrukking in kerken die een doopvont bezitten, vooral wanneer er de christelijke initiatie van volwassenen wordt voltrokken of wanneer er althans het Doopsel van kleine kinderen plaats heeft. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Doopsel van kinderen - editio typica altera, Ordo Baptismi Parvulorum (29 aug 1973), 6 Maar zelfs als er geen dopelingen zijn, wordt in de parochiekerken toch het doopwater gezegend. Indien deze zegening niet in de doopkapel, maar in het priesterkoor gebeurt, zal het doopwater later naar de doopkapel worden gebracht om daar gedurende de gehele paastijd bewaard te blijven. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Paaswake, nr. 48 Op plaatsen waar noch dopelingen zijn noch een doopvont die gezegend moet worden, wordt de gedachtenis van het Doopsel gevierd door de zegening van water, bestemd voor de besprenkeling van het volk. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Paaswake, nr. 45