Paulus Augustinus Kardinaal Mayer o.s.b. - 16 januari 1988
De typologische zin van de teksten van het Oude Testament is geworteld in het Nieuwe en wordt duidelijk in het gebed dat de priester na elke lezing uitspreekt; maar ook is het goed de gelovigen op deze betekenis door een korte inleiding voor te bereiden. Deze korte inleiding kan gehouden worden door de priester zelf of door de diaken.
Met het oog hierop zullen de nationale of diocesane commissies ten behoeve van de priesters hulpmiddelen samenstellen.
Na de lezing wordt de psalm gezongen, waarbij het volk antwoordt met het keervers. Bij een dergelijke herhaling van de verschillende onderdelen zal men een zodanig ritme in acht nemen dat de deelname en de godvruchtige aandacht van de gelovigen worden bevorderd. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Paaswake, nr. 23 Met zorg zal men erop toezien dat de psalmen niet vervangen worden door korte volkse gezangen.