Paulus Augustinus Kardinaal Mayer o.s.b. - 16 januari 1988
Van bijzonder belang voor de viering van de Goede Week en vooral van het Paastriduum is de zang van het volk, van de assistenten en de celebrant, omdat dit beter past bij het bijzonder karakter van van deze dagen en ook omdat de teksten meer aan uitdrukkingskracht winnen wanneer zij gezongen worden. Aan de bisschoppenconferenties wordt gevraagd, indien zij dit nog niet hebben gedaan, te zorgen voor melodieën van teksten en acclamaties die altijd gezongen moeten worden. Dit zijn:
Men mag de liturgische gezangen die bedoeld zijn voor de deelname van het volk niet gemakshalve weglaten; hun vertaling in de volkstaal moet van een melodie voorzien worden. Indien deze teksten voor de gezongen viering in de volkstaal nog niet beschikbaar zijn, moet men zolang een keuze maken uit andere gelijksoortige teksten. Men doet er goed aan een eigen muzikaal repertoire samen te stellen dat alleen in deze vieringen wordt gebruikt. In het bijzonder moeten daarin voorkomen:
Ook bij het lijdensverhaal, de paasjubelzang en de zegening van het doopwater zal men zorgen voor geschikte melodieën die bet zingen van deze teksten vergemakkelijken.
In belangrijke kerken zal men gebruik maken van de rjke schat aan liturgische muziek, zowel oude als hedendaagse; men zal er evenwel steeds voor zorgen dat het volk naar behoren aan de liturgie kan deelnemen.