
Paus Pius XII - 29 juni 1943
Deze mededeling van de Geest, van Christus heeft tot gevolg, dat alle gaven, deugden en charismata, die op uitmuntende wijze en in de rijkste mate in het Hoofd als in de werkoorzaak vervat zijn, in alle leden van de Kerk uitstromen en in hen volgens de plaats, die zij in het mystieke lichaam van Jezus Christus innemen, voortdurend tot grotere volmaaktheid komen. Hierdoor wordt de Kerk als het ware de volheid en de aanvulling van de Verlosser en wordt Christus in alles in de Kerk in zekere zin vervolledigd. H. Thomas van Aquino, Comm. in Ep. ad Eph.. cap. 1, lect. 8 Hiermede komen wij aan de reden, waarom, volgens de boven aangestipte opvatting van Augustinus, het mystieke hoofd, dat Christus is, en de Kerk, die als een andere Christus hier op aarde Zijn plaats inneemt, één nieuwe mens vormen in wie bij de voortzetting van het verlossingswerk van het kruis hemel en aarde worden verenigd: namelijk Christus, hoofd en lichaam, de gehele Christus.