
Paus Pius XII - 29 juni 1943
Dat allen dus een afschrik hebben voor de zonde,waardoor de mystieke ledematen van de Verlosser besmet worden; wie echter jammer genoeg misdeed maar zich de gemeenschap der christengelovigen niet door hardnekkigheid onwaardig maakte, worde met grote liefde opgenomen, en men zie in hem met dadenrijke liefde een ziek lidmaat van Jezus Christus. Want zoals de bisschop van Hippo opmerkt, het is beter"genezen te worden binnen het verband der Kerk,dan van haar lichaam afgesneden te worden als ongeneeslijke ledematen." St. Augustinus, Epist. , 157, 3, 22; Migne PL 33, 686 "Want men behoeft niet te wanhopen aan de genezing van wat nog met het lichaam verbonden is; maar wat afgesneden is, kan niet verzorgd noch geheeld worden." St. Augustinus, Sermones 137, 1; Migne PL 38, 754