Ja, ik geloof, dat ik volgens het plan nu moet eindigen. Ik zou u nog één punt willen zeggen. Tot bereid worden voor het priesterschap, tot de weg daarheen, behoort vooral ook de studie. Dat is geen academisch toeval, dat zich in de westerse Kerk gevormd heeft, doch dat is wezenlijk. Wij weten allemaal dat de heilige Petrus gezegd heeft: “Weest altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft” (
1 Pt. 3, 15). Onze wereld is vandaag een rationalistische en verwetenschappelijkte wereld, zij het dikwijls ook schijnwetenschappelijk. Maar de geest van wetenschappelijkheid, van het begrijpen, het verklaren, het kunnen weten, het afwijzen van het irrationele, is in onze tijd overheersend. Dat heeft ook zijn grootheid, al is er ook dikwijls veel aanmatiging en verkeerdheid in gelegen. Het geloof is geen bijwereld van het gevoel, die wij dan ook nog zelf tot stand brengen, doch is wat het geheel omvat en wat er zin en duiding aan geeft en ook de innerlijke ethische opdracht: die met het oog op God en vanuit God moet verstaan en geleefd worden. Daarom is het belangrijk antwoorden te weten, te begrijpen, een open verstand te hebben, te leren. Natuurlijk zullen binnen 20 jaar weer heel andere filosofische theorieën in de mode zijn: als ik denk wat bij ons de opperste, modernste filosofische mode was en hoe dat alles vergeten is … Toch is het niet vergeefs het te leren, want er zijn ook standvastige inzichten bij. En eerder dan de dingen, leren we op zijn minst oordelen, meedenken – en kritisch meedenken – en het helpt, om ons denken door Gods licht te laten verlichten en het niet te doven. Studeren is wezenlijk: alleen zo kunnen wij in deze tijd standhouden en de Logos van ons geloof verkondigen. Ook kritisch studeren – juist in het besef dat morgen een ander iets anders zal zeggen, maar wakker en open en deemoedig zijn in het leren, om altijd met de Heer, voor de Heer en omwille van Hem een leerling te blijven.
