Paus Benedictus XVI - 24 september 2011
Dames en Heren,
Dierbare broeders en zusters,
Ik ben u dankbaar voor de mogelijkheid u, leden van de Raad van voorzitters van het Centraal Comité van Duitse Katholieken (ZdK), hier in Freiburg te ontmoeten. Ik toon u graag mijn waardering voor uw engagement om de belangen van de Katholieken openlijk te steunen en een impuls te geven aan het apostolisch werk van de Kerk en de Katholieken in de samenleving. Ik zou ook de Voorzitter, Mijnheer Glück, willen danken voor de goede woorden waarmee hij vele belangrijke zaken gezegd heeft die het overwegen waard zijn.
Dierbare vrienden,reeds jaren bestaat er in de ontwikkelingshulp zogenaamde “exposure”-programma’s. Verantwoordelijke personen uit de politiek, de economie en de Kerk leven voor een bepaalde tijd met de armen in Afrika, Azië of Latijns Amerika en delen hun concreet dagelijks leven. Zij plaatsen zich in de levenssituatie van deze personen om de wereld te zien met de ogen van deze personen en om uit deze ervaring te leren met het oog op hun eigen solidaire optreden.
Stellen we ons voor dat een dergelijk “exposure”-programma, hier in Duitsland zou plaatsvinden. Specialisten uit een ver land zouden een week in een doorsnee Duits gezin komen leven. Zij zouden hier vele dingen bewonderen, bijvoorbeeld welzijn, orde en efficiëntie. Doch zonder waarschuwing, zouden zij ook veel armoede vaststellen: armoede betreffende menselijke relaties en armoede op godsdienstig vlak.
En we bemerken hoezeer dit relativisme steeds meer invloed uitoefent op de menselijke relaties en de samenleving. Dit vindt ook een uitdrukking in de onstandvastigheid en onregelmatigheid van vele personen en in een overdreven individualisme. Sommigen lijken helemaal niet in staat aan iets te verzaken of een offer te brengen voor anderen. Zelfs de onbaatzuchtige inzet voor het algemeen welzijn, op sociaal en cultureel vlak, of voor mensen in nood, neemt af. Anderen zijn niet meer in staat zich onvoorwaardelijk te binden aan een “partner”. Men vindt bijna de moed niet meer om trouw te beloven voor heel het leven; de moed een beslissing te nemen en te zeggen: nu behoor ik u helemaal toe, of om zich vastbesloten te engageren in trouw en waarachtigheid, en oprecht een oplossing voor de problemen te zoeken.
Dierbare vrienden, in het “exposure”-programma, wordt de analyse gevolgd door een gezamenlijke reflectie. Een dergelijke uitwerking moet de persoon in zijn totaliteit zien en daar maakt zijn relatie met de Schepper deel van uit – niet slechts impliciet, maar wel expliciet.
Wij zien dat in onze rijke westerse wereld een tekort is. Vele personen missen de ervaring van Gods goedheid. Zij vinden geen enkel contactpunt met de institutionele Kerken en hun traditionele structuren. Maar waarom? Ik denk dat het een vraag is waarover wij heel ernstig moeten nadenken. Zich met deze vraag bezighouden is de belangrijkste zending van de Pauselijke Raad voor de Nieuwe Evangelisatie. Maar het is duidelijk dat zij ons allemaal raakt. Sta mij toe hier een punt aan te snijden uit de specifiek Duitse situatie. In Duitsland is de Kerk excellent georganiseerd. Maar bevindt zich achter de structuren ook de spirituele kracht die erbij hoort, de kracht van het geloof in de levende God? Wij moeten echter oprecht zeggen dat er een overwicht is aan structuren ten overstaan van de Geest. Ik voeg eraan toe: de echte crisis in de Kerk in de westerse wereld is een geloofscrisis. Als wij niet tot een ware vernieuwing van het geloof komen, zal heel de structurele hervorming inefficiënt blijven.
Dierbare broeders en zusters, moge de Heer ons steeds de weg tonen om samen licht in de wereld te zijn en onze naaste de weg te tonen naar de bron, waar hij zijn diepste verlangen naar leven kan voldoen.