
Paus Benedictus XVI - 22 september 2011
Hoe gaat dat echter? Hoe vinden wij de
weg naar de uitgestrektheid, het geheel?
Hoe kan de ratio weer haar grootte vinden
zonder af te glijden naar het irrationele?
Hoe kan de natuur weer in haar
ware diepte naar voren komen met alles
wat zij vereist en wat zij te zeggen heeft?
Ik herinner aan een gebeurtenis in de
recentere politieke geschiedenis, in de
hoop niet al te verkeerd te worden begrepen
en niet al te veel eenzijdige polemieken
te veroorzaken. Ik zou zeggen dat het
optreden van de ecologische beweging in
de Duitse politiek sinds de zeventiger
jaren weliswaar niet de ramen wijd heeft
opengezet, maar een schreeuw om frisse
lucht is geweest en blijft, die men niet
kan negeren en niet terzijde kan schuiven
omdat men daarin te veel irrationele
zaken meent te vinden. Jonge mensen
waren zich ervan bewust geworden dat
ergens iets in ons omgaan met de natuur
niet klopt. Dat materie niet alleen maar
materiaal voor ons is om er iets van te
maken, maar dat de aarde zelf haar waarde
in zich draagt en wij open moeten
staan voor wat zij te zeggen heeft. Het is
wel duidelijk dat ik hier geen propaganda
maak voor een bepaalde politieke partij -
niets is mij meer vreemd dan dit. Wanneer
in ons omgaan met de werkelijkheid
iets niet klopt, dan moeten wij allen ernstig
over het geheel nadenken en worden
wij allen trouwens attent gemaakt op de
vraag naar de fundamenten van onze cultuur.
Staat u mij toe dat ik nog een
moment bij dit punt blijf stilstaan. De
betekenis van de ecologie is intussen
onbetwist. Wij moeten naar de taal van
de natuur luisteren en overeenkomstig
antwoorden. Ik wil het echter uitdrukkelijk
nog over een punt hebben dat naar
mijn idee nog altijd buiten beschouwing
wordt gelaten: er is ook een ecologie van
de mens. Ook de mens heeft een natuur
die men moet eerbiedigen en niet naar
believen kan manipuleren. De mens is
niet alleen maar een zichzelf makende
vrijheid. De mens maakt zichzelf niet. Hij
is geest en wil, maar hij is ook natuur; en
zijn wil is pas juist, wanneer hij acht slaat
op de natuur, ernaar luistert en zichzelf
aanvaardt als degene die hij is, en die
zichzelf niet heeft gemaakt. Juist zo en
alleen maar zo wordt ware menselijke
vrijheid verwezenlijkt.