HET LUISTEREND HART - REFLECTIES OP DE ONDERBOUWING VAN HET RECHTTot de vergadering van de Duitse Bondsdag - Gebouw van de Reichstag, Berlijn
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
22 september 2011
De positivistische opvatting over natuur
en ratio, de positivistische kijk op de
wereld is in zijn geheel een groots onderdeel
van menselijk kennen en menselijk
kunnen, waarvan wij geenszins afstand
mogen doen. Het is zelf echter als geheel
niet een cultuur die in heel haar omvang
beantwoordt aan en voldoende is voor
het mens-zijn. Waar de positivistische
ratio zich alleen beschouwt als voldoende
cultuur en alle andere culturele werkelijkheden
verbant naar de status van subcultuur,
daar reduceert zij de mens, ja zij
bedreigt zijn mens-zijn. Ik zeg dit nu juist
met het oog op Europa, waar men in
brede kringen tracht alleen maar het positivisme
als algemene cultuur en gemeenschappelijke
grondslag voor de rechtsontwikkeling
te beschouwen en alle overige
inzichten en waarden van onze cultuur
terug te brengen tot de status van een
subcultuur. Daarmee plaatst men Europa
tegenover de andere culturen van de
wereld in een status van cultuurloosheid
en worden tegelijkertijd extremistische en
radicale stromingen uitgedaagd. De positivistische
ratio, die zichzelf als exclusief
voordoet en niets kan waarnemen van
wat functionaliteit overstijgt, lijkt op een
betonnen gebouw zonder ramen waarin
wij zelf zorgen voor het klimaat en het
licht en beide niet meer uit Gods wijde
wereld willen betrekken. Desondanks
kunnen wij daarbij voor onszelf niet verbergen
dat wij in deze zelfgemaakte
wereld stilletjes toch uit Gods voorraden
putten, die wij in onze producten veranderen. De ramen moeten weer wijd worden
opengezet, wij moeten weer de uitgestrektheid
van de wereld, de hemel en de
aarde zien en dit alles juist leren gebruiken.