
Msgr. Elio Sgreccia - 3 september 2004
De positie van de Kerk inzake het thema euthanasie is welbekend, ze wordt immers telkens verstevigd en bevestigd; zij móet het met betrekking tot de bescherming van de waardigheid en het leven in het geval van de euthanasie in Nederland nu deze ook op kinderen wordt toegepast! Van Bisschop Elio Sgreccia, vice-president van de Pauselijke Academie voor het Leven, moet ieder mens dit gelezen hebben:
"Er moet echter opnieuw uitdrukkelijk op gewezen worden dat volstrekt niemand op enigerlei wijze kan toestaan dat een onschuldig menselijk wezen wordt gedood, of het nu een foetus is of een embryo, een kind of een volwassene, een bejaarde, ongeneeslijke zieke of iemand die in doodstrijd verkeert. Bovendien is het niemand geoorloofd deze dodelijke handeling voor zichzelf of voor een ander, die aan zijn verantwoordelijkheid is toevertrouwd, te zoeken, ja mag er zelfs noch expliciet noch impliciet mee instemmen. En geen gezag mag hem wettelijk opleggen of toestaan. Want het gaat hierbij om een schending van de goddelijke wet, een aanslag op de waardigheid van de menselijke persoon, om een misdaad tegen het leven, een misdrijf tegen de mensheid." Congregatie voor de Geloofsleer, Verklaring over euthanasie, Iura et Bona (5 mei 1980), 2
In zijn encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Evangelium Vitae
Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven
(25 maart 1995) heeft Paus Johannes Paulus II de morele veroordeling van de euthanasie bevestigd als een "zware belediging tegen de goddelijke wet, voorzover het zich om een bewuste doding van een menselijke persoon handelt, wat zedelijk niet te accepteren is Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 65 en geeft nadrukkelijk een "geheel andere weg" aan, namelijk de "Volkomen verschillend hiervan is de weg van liefde en echt medelijden, die ons gezamenlijk menszijn voorschrijft en waar het geloof in Christus de Verlosser, die gestorven en verrezen is, steeds nieuw licht op werpt. Het verzoek dat uit het mensenhart opstijgt bij de uiterste confrontatie met lijden en dood, vooral wanneer het oog in oog staat met de bekoring om op te geven in totale wanhoop, is vooral een verzoek om begeleiding, solidariteit en steun in de tijd van beproeving. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 67 Dit perspectief vertegenwoordigd de Kerk steeds in haar leer, in haar werken en haar structuren.
Europa, dat ten opzichte van de wereld zich voorstelt als een eenheid waarin de volkeren solidair zijn in naam van de "mensenrechten" en dat nog steeds in staat is een eeuwenoude erfenis te bewaren van respect voor de persoon en het uitoefenen van een door praktische solidariteit gedreven humanistische cultuur en civilisatie, zou een dergelijke culturele ondergang, die door het cynisme van utilitarisme of van de heerschappij van de economie over de mensen beïnvloed wordt, moeten afwijzen, om wetgevingsmodellen ter ondersteuning van de mens en zijn waardigheid in een solidaire maatschappij aan te bieden.