• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Door zijn dood en verrijzenis is Christus de ware en volmaakte tempel van het Nieuwe Verbond geworden en heeft Hij zijn eigen volk samengebracht. Dit heilig volk, dat zijn eenheid ontleent aan de eenheid van de Vader, Zoon en Heilige Geest, is de kerk of Gods tempel die uit levende stenen is opgebouwd, waar de Vader wordt aanbeden in geest en waarheid.

Terecht wordt dus van oudsher de naam kerk ook gegeven aan het gebouw waarin de Christengemeenschap samenkomt om het Woord van God te aanhoren, samen te bidden, de Sacramenten te ontvangen en de Eucharistie te vieren.

Juist als zichtbaar kerkgebouw is dit huis een bijzonder teken van de Kerk die onderweg is op aarde en een beeld van de Kerk die in de hemel is. Wanneer een kerk wordt opgericht als een gebouw dat uitsluitend en blijvend bestemd is voor het samenkomen van het volk van God en voor de viering van de eredienst, behoort zij, volgens het zeer oude gebruik van de Kerk, op plechtige wijze aan de Heer te worden toegewijd.

Uit de aard der zaak moet het kerkgebouw geschikt zijn voor liturgische vieringen, waardig zijn, zich onderscheiden door waarachtige schoonheid, niet door louter pracht en praal, en werkelijk een symbool en teken zijn van bovenaardse werkelijkheden. Daarom moet de kerk in het algemeen zo ingericht zijn, dat zij enigszins het beeld van de verzamelde menigte vertoont, de juiste ordening van allen mogelijk maakt en de goede uitoefening van ieders functie bevordert. Bovendien moet men de normen onderhouden van de Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Institutio Generalis Missalis Romani
Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008
(18 maart 2002)
met betrekking tot het priesterkoor, het altaar, de zitplaats, de ambo en de bewaarplaats van het heilig Sacrament. Eveneens moet men datgene nauwkeurig onderhouden, wat betrekking heeft op de zaken en plaatsen die bestemd zijn voor de viering van de overige Sacramenten, vooral het Doopsel en voor de Boete en Verzoening.

Na het zingen van de litanie {in de wijdingsritus} worden, als het geval zich voordoet, de relieken van een martelaar bijgezet; daardoor wordt duidelijk gemaakt dat het offer van de leden zijn oorsprong vindt in het offer van het Hoofd. Als men echter niet over relieken van een martelaar beschikt, kunnen relieken van een andere heilige in het altaar worden ingesloten.

Het wijdingsgebed

De viering van de Eucharistie is de voornaamste en de enig noodzakelijke plechtigheid om een kerk te wijden; niettemin wordt er, overeenkomstig de traditie van de Kerk, zowel van het Oosten als van het Westen, ook een apart wijdingsgebed uitgesproken waarin de bedoeling wordt uitgedrukt om het kerkgebouw voor altijd aan de Heer toe te wijden en zijn zegen wordt afgesmeekt.

De zalving, bewieroking, bekleding en verlichting van het altaar

De riten van de zalving, bewieroking, bekleding en verlichting van het altaar brengen in zichtbare tekens iets tot uitdrukking van het onzichtbaar werk dat de Heer tot stand brengt door de Kerk die de goddelijke mysteries, vooral de Eucharistie, viert.

  1. De zalving van het altaar en de muren van de kerk:
    • Door de zalving met chrisma wordt het altaar symbool van Christus, die 'de Gezalfde' bij uitstek is en zo ook wordt genoemd; de Vader heeft Hem immers gezalfd met de Heilige Geest en Hem tot Hogepriester aangesteld om op het altaar van zijn lichaam het offer van zijn leven op te dragen voor het heil van allen.
    • De zalving van het kerkgebouw betekent dat het geheel en al voor altijd voor de christelijke eredienst wordt bestemd. Volgens het traditioneel liturgisch gebruik hebben er twaalf zalvingen plaats, of, als dit beter uitkomt, vier. Hierdoor wordt aangeduid dat het kerkgebouw beeld is van de heilige stad Jeruzalem.
  2. Wierook wordt op het altaar gebrand, waardoor wordt aangeduid dat het offer van Christus, dat daar op mysterievolle wijze wordt voortgezet, als een zoete geur tot God opstijgt en waardoor bovendien wordt uitgedrukt dat de gebeden van de gelovigen als aan God welgevallig en aangenaam, tot voor zijn troon komen. Door de bewieroking van de kerkruimte wordt aangeduid dat deze door de wijding een huis van gebed wordt; maar in het bijzonder wordt het volk van God bewierookt: dit is immers de levende tempel, waarin iedere gelovige een geestelijk altaar is.
  3. De bekleding van het altaar wijst erop, dat het christelijk altaar de plaats is waar het eucharistisch offer wordt opgedragen en tevens de tafel des Heren, waaromheen priesters en gelovigen staan om in één en dezelfde plechtigheid, maar ieder volgens eigen functie, de gedachtenis van Christus' dood en verrijzenis te vieren en deel te nemen aan de maaltijd des Heren. Daarom wordt het altaar als tafel van het offermaal in gereedheid gebracht en feestelijk versierd. Hierdoor wordt duidelijk te kennen gegeven, dat het de tafel des Heren is waaraan alle gelovigen vol vreugde samenkomen om gesterkt te worden door het goddelijk voedsel, namelijk het Lichaam en Bloed van Christus die voor ons is geslachtofferd.
  4. De verlichting van het altaar, gevolgd door de verlichting van het kerkgebouw, herinnert eraan dat Christus het 'licht is dat voor de heidenen straalt'; zijn glans verlicht de kerk en, door haar, heel het menselijk geslacht.

Document

Naam: ORDO DEDICATIONIS ECCLESIAE ET ALTARIS, EDITIO TYPICA
Orde van dienst voor kerk- en altaarwijdingen (fragmenten)
Soort: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Datum: 29 mei 1977
Copyrights: © 2016, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 13, p. 199-201
Bewerkt: 23 februari 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test