
H. Paus Johannes Paulus II - 24 april 1985
Zie voor een overzicht van het grotere geheel waarin deze audiëntie-catechese is gehouden: Catecheses van de Paus tijdens de wekelijkse Algemene Audienties
"Deze Heilige Overlevering", zegt het Tweede Vaticaans Concilie, "en deze Heilige Schrift van het Oude en het Nieuwe Testament zijn derhalve als het ware de spiegel waarin de Kerk gedurende haar aardse pelgrimstocht God schouwt, van wie zij alles ontvangt, totdat zij binnengeleid wordt om Hem van aangezicht tot aangezicht te zien zoals Hij is Vgl. Joh. 3, 2 " . 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 7Met die woorden vat de Constitutie het probleem van de overdracht van de goddelijke Openbaring samen, die zo belangrijk is voor het geloof van iedere christen. Ons "credo", dat hier op aarde de mens moet voorbereiden op de aanschouwing van God van aangezicht tot aangezicht, hangt op elk moment van de geschiedenis af van de getrouwe en ongeschonden overbrenging van Gods "zelfopenbaring", die haar hoogtepunt heeft bereikt in Jezus Christus.
Zo vond tijdens de eerste generatie christenen de overdracht van de goddelijke Openbaring plaats. "opdat voortdurend het Evangelie ongerept en levend in de Kerk bewaard zou blijven, hebben de Apostelen bisschoppen als opvolgers nagelaten, aan hen hun eigen leraarsplaats overleverend", volgens de woorden van de heilige Ireneüs in zijn werk tegen de ketters; Vgl. H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. III, 3,1. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 7
"Deze van de Apostelen stammende Overlevering wordt onder bijstand van de Heilige Geest in de Kerk voortgezet. Want het inzicht groeit zowel in de overgeleverde werkelijkheden als in de overgeleverde woorden: door de beschouwing en de studie van de gelovigen, die dat alles in hun hart bewaren Vgl. Lc. 2, 19.51 , door het innerlijke begrip van de geestelijke dingen dat zij ervaren, door de verkondiging van hen die door de opvolging in het bisschopsambt de betrouwbare geestesgave van de waarheid ontvangen hebben. Want de Kerk streeft in de loop der eeuwen onafgebroken naar de volheid van de goddelijke waarheid, totdat in haar Gods woorden in vervulling gaan" . 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 8Maar bij dit streven naar de volheid van de goddelijke waarheid put de Kerk voortdurend uit het enige oorspronkelijke "pand", zoals het bewaard wordt in de Apostolische Overlevering en in de Heilige Schrift, "want beide spruiten voort uit dezelfde oorsprong, vloeien als het ware ineen en zijn op hetzelfde doel gericht" . 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 9
"De Heilige Schrift immers is het spreken van God, voor zover dit onder de inspiratie van de Geest schriftelijk wordt vastgelegd; de Heilige Overlevering geeft het Woord God, door Christus de Heer en de Heilige Geest aan de Apostelen toevertrouwd, ongerept door aan hun opvolgers, opdat zij dit, in het licht van de Geest der waarheid, door hun verkondiging trouw bewaren, uiteenzetten en verbreiden" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 9
"Door deze Overlevering leert de Kerk de volledige canon van de heilige boeken kennen; het is deze Overlevering die, in de Kerk, de Heilige Schrift doet verstaan en ze ook voortdurend werkzaam tegenwoordig stelt". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 8
"De Heilige Overlevering en de Heilige Schrift vormen één heilig aan de Kerk toevertrouwd pand. Door daaraan vast te houden volhardt heel het heilig volk, één met zijn herders, voortdurend in de leer van de Apostelen..." . 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 10 Daarom moet zowel aan de Overlevering als aan de Heilige Schrift dezelfde verering en hetzelfde religieus ontzag worden betoond.
"staat niet boven het woord van God, maar dient het. Want het leert enkel wat overgeleverd is, door dit woord krachtens goddelijke opdracht en onder bijstand van de Heilige Geest vroom aan te horen, heilig te bewaren en trouw uiteen te zetten, en uit die éne geloofsschat alles te putten wat het als van Godswege geopenbaard te geloven voorhoudt" . 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 10
Zo komen we dan bij een nieuwe eigenschap van het geloof; op een christelijke manier geloven betekent ook: Gods geopenbaarde waarheid aannemen zoals de Kerk die leert. Tegelijk echter herinnert het Concilie eraan dat
"het geheel van de gelovigen... in het geloof niet kan dwalen; deze bijzondere eigenschap brengt het door de bovennatuurlijke geloofszin van het hele volk tot uiting, wanneer het "vanaf de bisschoppen tot en met de laatste leken-gelovigen" inzake geloof en zeden zijn algemene overeenstemming laat blijken. Die geloofszin immers wordt door de Geest van waarheid opgewekt en ondersteund. Onder de leiding van het leergezag, dat het trouw volgt, aanvaardt het Godsvolk geen mensenwoord, maar zoals het in werkelijkheid is, het woord van God Vgl. 1 Tess. 2, 13 , en aldus blijft het onwrikbaar gehecht aan het geloof dat eens en voorgoed aan de heiligen geschonken is Vgl. Judas 3 , om er door juistheid van oordeel dieper in door te dringen en het vollediger in zijn leven toe te passen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 12
"Zo onderhoudt zich God, die weleer gesproken heeft, ononderbroken met de bruid van zijn beminde Zoon en leidt de Heilige Geest, door wie de levende stem van het Evangelie in de Kerk en door haar in de wereld weerklinkt, de gelovigen tot de volle waarheid, en doet het woord van Christus overvloedig in hen wonen Vgl. Kol. 3, 16 " . 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 8Op christelijke wijze geloven betekent, zich bewust en vrijwillig laten leiden en zich tot de volle waarheid laten brengen door de Heilige Geest.