
H. Paus Paulus VI - 22 juni 1973
Wij zijn u, kardinaal-deken, evenals heel het heilig college, zeer dankbaar voor deze geste van genegenheid ten aanzien van onze persoon naar aanleiding van ons aanstaande naamfeest en de verjaardag van onze verkiezing tot de zetel van de heilige Petrus. Wij danken u eveneens voor de nobele woorden die u zo goed was tot ons te richten bij deze gelegenheid en waarin u met al te grote welwillendheid gewag maakte van wat wij in deze tien jaar van ons pontificaat hebben gedaan. Wij zouden er de voorkeur aan hebben gegeven, wanneer deze data in stilte waren voorbijgegaan. Wanneer wij altijd al het woord van de psalmist in de gedachte hebben, dan voelen wij zeker in dit jaar de plicht en bevrijdende kracht van de woorden: Non nobis, Domine, non nobis, sed Nomini tuo da gloriam! (Ps. 113, 1). Alleen de eer van zijn naam hebben wij gezocht; alleen de verbreiding van zijn rijk, de vooruitgang van zijn kerk, het doorgeven van zijn woord, de verkondiging van zijn waarheid en zijn vrede. Wij vertrouwen ons geheel toe aan de barmhartigheid van de Heer en wij vragen u, die van meer nabij deelneemt aan het program, de zorgen en de hoop van ons pontificaat, ons te helpen met uw gebed.