Welnu, zij die "de H. Geest als Bisschoppen gesteld heeft om Gods Kerk te besturen"
Vgl. Hand. 20, 28
hebben op beide vragen met bijna algemene stem bevestigend geantwoord. Deze bijzondere eenstemmigheid der katholieke Bisschoppen en gelovigen"
Z. Paus Pius IX, Dogmatische Bul, Dogmaverklaring van Maria, Onbevlekt Ontvangen, Ineffabilis Deus (8 dec 1854), 1. p. I vol. I p. 615, waardoor zij te kennen geven, dat de lichamelijke Tenhemelopneming der Moeder Gods als geloofspunt vastgesteld kan worden, toont Ons de eensgezinde leer van het gewoon Leergezag der Kerk en het eensgezind geloof van het christenvolk - een geloof, dat door voornoemd Leergezag gesteund en geleid wordt - en daarom is deze eensgezindheid alleen reeds door zich zelf een absoluut zeker en van iedere dwaling gevrijwaard teken, dat dit voorrecht een door God geopenbaarde waarheid is en in die goddelijke geloofsschat berust, die Christus aan zijne Bruid schonk om hem getrouw te bewaren en onfeilbaar uit te leggen
Vgl. 1e Vaticaans Concilie, 4e Zitting - Dogmatische Constitutie over de Kerk van Christus, Pastor Aeternus (18 juli 1870), 16-25. Dat Leergezag der Kerk echter kwijt zich van zijn taak om de geopenbaarde waarheden door alle tijden heen rein en ongerept te bewaren, niet uit kracht van een zuiver menselijk inspanning, maar door de bijstand van de Geest der waarheid
Vgl. Joh. 14, 26
, en dus volstrekt zonder enige dwaling; daarom draagt zij die waarheden ongerept over zonder er iets aan toe te voegen, zonder er iets af te nemen. "
Want - aldus de leer van het Vaticaans Concilie -
de Heilige Geest is aan Petrus' opvolgers beloofd, niet om beleerd door Diens openbaring een nieuwe leer te onthullen, maar om door Hem bijgestaan, de Openbaring, door de Apostelen overgeleverd, m.a.w. de geloofsschat, heilig te bewaren en getrouw uit te leggen". 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 17-22 Uit de algemene eenstemmigheid van het gewone Leergezag der Kerk verkrijgt men dus een zeker en afdoend bewijs, waardoor als waar bevestigd wordt, dat de lichamelijke Tenhemelopneniing van de Zalige Maagd Maria - welke toch, juist in zover ze de hemelse verheerlljking van het maagdelijk lichaam der gezegende Moeder Gods betreft, door geen enkel vermogen van de menselijke geest uit eigen natuurlijke krachten gekend kon worden - een door God geopenbaarde waarheid Is en dus door alle kinderen der Kerk vast en oprecht geloofd moet worden. Want - zo verzekert ons hetzelfde Vaticaans Concilie: "
Krachtens goddelijk en katholiek geloof moet al datgene geloofd worden, wat in het woord Gods, hetzij geschreven, hetzij overgeleverd, bevat is, en door de Kerk, ofwel hetzij door een plechtige uitspraak ofwel door haar gewoon en universeel Leergezag, als door God geopenbaard te geloven wordt voorgesteld" 1e Vaticaans Concilie, 4e Zitting - Dogmatische Constitutie over de Kerk van Christus, Pastor Aeternus (18 juli 1870), 10-15