Paus Pius XII - 20 november 1947
Inderdaad, nauwelijks "is het Woord vlees geworden" (Joh. 10, 1), of het openbaart zich aan de wereld in Zijn priesterlijk ambt door een daad van onderworpenheid aan de eeuwige Vader, die Hij in heel de loop van Zijn verder leven niet meer onderbreekt: "Bij Zijn komst in de wereld zegt Hij: «Zie Ik kom... om Uw wil, o God, te volbrengen»" (Hebr. 10, 5-7) en in het bloedige kruisoffer heeft Hij die daad op bewonderenswaardige wijze tot voleinding gebracht. "Uit kracht van die wil zijn wij eens en voor al geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus." (Hebr. 10, 10) Heel Zijn werkend leven onder de mensen heeft ongetwijfeld geen ander doel. Als klein kind wordt Hij in de tempel te Jeruzalem aan de Heer aangeboden; als jongeling gaat Hij opnieuw daarheen. Later treedt Hij telkens en telkens de tempel binnen zowel om het volk te onderwijzen als om er Zijn gebed te storten. Alvorens Zijn openbare werkzaamheid te beginnen onderhoudt Hij een vasten van veertig dagen en door Zijn raad en Zijn voorbeeld spoort Hij allen aan om niet alleen bij dag maar ook bij nacht tot God te bidden. Als leermeester van de waarheid "verlicht Hij ieder mens" (Joh. 1, 9), opdat de sterfelijke mensen op de ware wijze de onsterfelijke God erkennen en "geen mensen zijn van terugdeinzen ten verderve, maar van geloven tot behoud van de ziel". (Hebr. 10, 39) Als herder echter bestuurt Hij Zijn kudde, leidt Hij haar naar de weiden van het leven en geeft Hij haar een wet, opdat niemand zich van Hem en van de ware weg, die Hij gewezen heeft, verwijdert, maar allen onder Zijn invloed en werking een heilig leven leiden. Bij het laatste avondmaal viert Hij met plechtige ritus en toebereiding het nieuwe paasoffer en voorziet Hij in de voortzetting daarvan door de goddelijke instelling van de Eucharistie. Daags daarop draagt Hij, tussen hemel en aarde opgeheven, het heilbrengend offer van Zijn leven op, en laat Hij uit Zijn doorboorde zijde als het ware de sacramenten ontspringen, die de schatten van de verlossing aan de zielen verlenen. En bij dat alles heeft Hij als enig doel de glorie van Zijn Vader en de altijd grotere heiliging van de mens.