
H. Paus Johannes Paulus II - 18 mei 1985
Dierbare inwoners van Namen,
Na mijn bezoek aan H. Paus Johannes Paulus II - Homilie
Over de christelijke roeping
Eucharistieviering te Beauraing. Priesters, religieuzen en seculiere instituten zijn in het bijzonder uitgenodigd
(18 mei 1985), het mariale hart van uw mooi bisdom, bevind ik mij ook nu weer in een Maria-stad aangezien Notre-Dame du Rempart de geliefde patroonheilige van uw stad is.
Het doet me genoegen hier te staan voor uw kathedraal, de kerk van uw opeenvolgende Bisschoppen. Ik begroet dan ook zeer hartelijk uw Bisschop, Mgr. Joseph-Robert Mathen en zijn Hulpbisschop, Mgr Jean-Baptiste Musty. Beide leggen een grote herderlijke bezorgdheid voor uw bisdom aan de dag. Graag breng ik de vroegere Bisschoppen in herinnering. Sommigen onder u hebben hen gekend. Mgr. Heylen was lange tijd voorzitter van de Internationale Eucharistische congressen die in de lijn lagen van wat de Heilige Juliana van Mont-Cornillon deed. Zij verbleef hier in de 13de eeuw en droeg ertoe bij dat het feest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus binnen de Kerk werd ingevoerd. Mgr. Charue zat tijdens het Tweede Vaticaans Concilie naast mij. Hij was een concilievader die uitmuntte in de leer en ik weet wat hij allemaal heeft gedaan om het geloof van zijn diocesanen te verstevigen en roepingen te wekken. Dit Bisdom heeft een sterke, christelijke dynamiek gekend en kent die, naar ik hoop, nog steeds. Belangrijke christelijke opvoeders hebben op dit Bisdom hun stempel gedrukt, en meer bepaald de religieuzen die de Kerk heeft verheven tot de Eer der Altaren, de heilige Julie Billiart en de zalige Mutien-Marie die hun leven aan de opvoeding van de jongeren gewijd hebben. Op het gebied van onderwijs heeft uw stad een oude traditie die voortdurend verrijkt wordt. Alhoewel de scholen de morele en spirituele opvoeding binnen het gezin nooit kunnen vervangen, bieden zij de jeugd toch een grote variëteit in vorming, tot op het universitair niveau, met name aan de vermaarde Faculteit van de Jezuïeten. Uw stad hoort open te staan voor alle jongeren uit de streek, die ik over enkele ogenblikken zal mogen ontmoeten. Alle opvoeders, en in het bijzonder christelijke opvoeders, hebben de opdracht de jongeren te helpen bij de uitbouw van hun persoonlijkheid en de versteviging van hun christelijke hoop. Dit is een belangrijk aspect van de priesterlijke taak.
Omwille van zijn ligging is Namen ook een ontmoetingscentrum op andere vlakken. Uw stad wordt de zetel van de politieke instanties van het Waalse Gewest, waarvan ik gelukkig ben de verantwoordelijke autoriteiten te groeten, samen met de provinciale en gemeentelijke overheid. In alle administratieve instellingen die bij u gevestigd zijn, hecht u er ongetwijfeld aan de gastvrijheid en het gevoel voor menselijke relaties in ere te houden. Het is inderdaad van belang dat elke burger met zijn zorgen en zijn verwachtingen, behandeld wordt als een menselijke persoon, vooral nu de wereld al te zeer gekenmerkt wordt door anonimiteit. Ik denk ook aan de inspanningen welke uw sociale centra en instellingen voor hulpbetoon moeten leveren om een oplossing te vinden voor de moeilijkheden en, soms, de drama's waardoor veel mensen en gezinnen getroffen worden, vooral in deze tijden van crisis en werkloosheid. Namen is bovendien een stad waar bejaarden graag verblijven omwille van de pittoreske omgeving, die trouwens ook de toeristen aantrekt. Hierbij wil ik nogmaals het belang van de deugd van gastvrijheid benadrukken. Tenslotte: in uw stad zijn er veel instellingen voor handel en dienstverlening gevestigd waar de glimlach en de luisterbereidheid kunnen opbloeien die het leven aangenaam maken. Ik vergeet zeker niet dat Namen in grote mate landelijk is gebleven: mijn hartelijke wensen gaan dan ook uit naar de mensen in de gemeenten en dorpjes die de aarde bewerken of zich toeleggen op ambachtelijke activiteiten. De stad Namen, plaats van ontmoeting en dialoog, centrum voor openbare en particuliere diensten, blinkt uit door haar zin voor menselijke relaties en haar respect voor de anderen. Voor u en alle mensen die u zult ontmoeten smeek ik de genade af van broederlijke liefde in woord en daad. En ik dank u voor het onthaal dat ikzelf hier mocht genieten.
Mijn wens luidt zoals die van de Apostel Petrus Vgl. 1 Pt. 1, 2 Vgl. 1 Pt. 5, 14 : "Genade voor u en vrede in rijke overvloed"!