Paus Benedictus XVI - 12 juni 2011
De tweede lezing en het Evangelie van vandaag tonen ons deze band. De Heilige Geest is Degene die ons in Christus de Heer laat erkennen en de geloofsbelijdenis van de Kerk uitspreken: “Jezus is de Heer” (1 Kor. 12, 3). Heer is de titel die in het Oude Testament aan God wordt toegekend, de titel die bij het lezen van de Bijbel de plaats innam van Zijn onuitspreekbare Naam. Het Credo van de Kerk is niets anders dan de ontwikkeling van wat door deze eenvoudige uitspraak gezegd worden: “Jezus is de Heer”. Over deze geloofsbelijdenis zegt de heilige Paulus ons dat het precies om het woord en het werk van de Geest gaat. Indien wij in de Heilige Geest willen zijn, moeten wij ons bij dit Credo aansluiten. Door het ons eigen te maken, door het als ons woord te aanvaarden, krijgen wij toegang tot het werk van de Heilige Geest. De uitdrukking “Jezus is de Heer” kan in de twee richtingen gelezen worden. Zij betekent: Jezus is God en tegelijk: God is Jezus. De Heilige Geest verduidelijkt deze wederkerigheid: Jezus heeft een Goddelijke waardigheid en God heeft het menselijk gelaat van Jezus. God toont zich in Jezus en Hij geeft ons de waarheid over onszelf. Zich door dit woord ten diepste laten verhelderen, dat is het gebeuren van Pinksteren. Door het 1e Concilie van Constantinopel
Credo van Nicea - Constantinopel
(31 juli 381) te bidden, treden wij binnen in het mysterie van het eerste Pinksteren: na de wanorde van Babel, van stemmen die tegen elkaar in roepen, heeft een radicale omvorming plaats: de veelheid wordt een veelzijdige eenheid, door de één makende kracht van de Waarheid groeit het begrip. In het 1e Concilie van Constantinopel
Credo van Nicea - Constantinopel
(31 juli 381) dat ons uit alle hoeken der aarde verenigt en dat er door de Heilige Geest voor zorgt dat wij elkaar zelfs in de verscheidenheid van talen verstaan door het geloof, de hoop en de liefde, vormt zich de nieuwe Kerkgemeenschap van God.