Miloslav Kardinaal Vlk en Metropoliet Jérémie - 22 april 2001
CHARTA OECUMENICA Handvest voor groeiende samenwerking van de kerken in Europa |
|||
► | 'Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest' |
In de geest van de boodschap van de beide Europese Oecumenische Assemblees in Basel 1989 en in Graz 1997 zijn wij als Conferentie van Europese Kerken en als Raad van Europese Bisschoppen-conferenties vastbesloten de gemeenschap die tussen ons is gegroeid te bewaren en verder te ontwikkelen. Wij danken onze Drie-ene God dat Hij ons door zijn heilige Geest leidt op de weg naar een zich steeds verdiepende gemeenschap. Veel verschillende vormen van oecumenische samenwerking hebben reeds hun waarde bewezen. Trouw aan het gebed van Christus: 'Dat ze allen één mogen zijn. Zoals u, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn, zodat de wereld kan geloven dat U Mij hebt gezonden' (Joh 17, 21), mogen wij echter niet bij het tot nu toe bereikte stil blijven staan. In het besef van onze schuld en tot omkeer bereid, moeten wij ons inspannen om de onder ons nog aanwezige verdeeldheid te overwinnen, zodat wij samen de boodschap van het Evangelie onder de volkeren geloofwaardig verkondigen.
In het samen luisteren naar Gods Woord in de heilige Schrift en uitgedaagd tot het belijden van ons gemeenschappelijk geloof, alsook in het gemeenschappelijk handelen in overeenstemming met de waarheid die we erkennen, willen wij getuigenis afleggen van de liefde en hoop voor alle mensen.
Op ons Europese continent tussen Atlantische Oceaan en Oeral, tussen Noordkaap en Middellandse Zee, dat sterker dan ooit gekenmerkt wordt door een pluralistische cultuur, willen wij met het Evangelie opkomen voor de waardigheid van de menselijke persoon als beeld van God en als kerken gezamenlijk een bijdrage leveren aan de verzoening van volkeren en culturen.
Vanuit deze overtuiging nemen wij dit Handvest aan als gemeenschappelijke verplichting tot dialoog en samenwerking. Hierin worden fundamentele oecumenische taken beschreven en wordt van daar uit een reeks van richtlijnen en verplichtingen afgeleid. Het is de bedoeling dat deze Charta op alle niveaus van het kerkelijk leven een oecumenische cultuur van dialoog en samenwerking bevordert en daarvoor een bindende norm stelt. De Charta heeft echter geen leerstellige status of kerkjuridisch karakter. Het bindend karakter bestaat veeleer in de verplichting die de Europese kerken en oecumenische organisaties zichzelf opleggen. Uitgaande van deze basistekst kunnen zij voor hun gebied eigen toevoegingen en gemeenschappelijke perspectieven formuleren die betrekking hebben op hun specifieke uitdagingen en de daaruit voortvloeiende verplichtingen.