
William Kardinaal Levada - 3 mei 2011
Wanneer de beschuldiging geloofwaardig blijkt, moet de zaak worden doorverwezen naar de Congregatie voor de Geloofsleer. Na bestudering van de aangelegenheid zal de Congregatie voor de Geloofsleer de bisschop of de hogere overste aanwijzingen geven hoe nu verder dient te worden gehandeld. Tegelijkertijd zal zij behulpzaam zijn om te garanderen dat passende maatregelen worden genomen. Daarbij wordt zowel voor een juist proces voor de beschuldigde clericus gezorgd, waarbij het fundamentele recht op verdediging in acht wordt genomen, als ook het welzijn van de Kerk, inclusief het welzijn van het slachtoffer, wordt gewaarborgd. In dit verband moet eraan worden herinnerd dat het opleggen van een straf voor onbepaalde tijd, zoals bijvoorbeeld wegzending uit de clericale staat, normaal een gerechtelijk proces vereist. Naar canoniek recht Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1342 kunnen de ordinarissen geen straffen voor onbepaalde tijd opleggen per buitenrechtelijk decreet. Daartoe moeten zij zich tot de Congregatie voor de Geloofsleer wenden, die het toekomt een definitief oordeel te vellen over de schuld en over een eventuele ongeschiktheid van de clericus voor de pastoraal en de overeenkomstige straf voor onbepaalde tijd op te leggen.