
William Kardinaal Levada - 30 april 2011
Meerdere gelovigen, gevormd in de geest van de liturgische vormen van vóór het Tweede Vaticaans Concilie, hebben de vurige wens te kennen gegeven om de oude traditie te bewaren. Op grond hiervan stond Paus Johannes Paulus II met het bijzondere Indult Congregatie voor de Goddelijke Eredienst
Quattuor abhinc annos
Rondschrijven aan de voorzitters de bisschoppenconferenties over het gebruik van het Romeins Missaal van 1962
(3 oktober 1984), uitgevaardigd in 1984 door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid toe het gebruik te hernemen van het H. Paus Johannes XXIII - Apostolische Constitutie
Missale Romanum ex auctoritate Joanne XXIII, P.P. (23 juni 1962) dat was uitgevaardigd door de zalige Paus Johannes XXIII. Bovendien spoorde Paus Johannes Paulus II met het Motu proprio H. Paus Johannes Paulus II - Motu Proprio
Ecclesia Dei Adflicta
Over de verhouding met de Priesterbroederschap St. Pius X
(2 juli 1988) van 1988 de bisschoppen aan ruimhartig te zijn bij het toekennen van deze mogelijkheid ten gunste van alle gelovigen die daarom vroegen. Paus Benedictus XVI volgt dezelfde lijn met het Motu proprio Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007), waarin op enkele essentiële criteria wordt gewezen voor de Usus Antiquior van de Romeinse Ritus, die hier dienen te worden vermeld.