TOT DE DEELNEMERS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE PAUSELIJKE RAAD VOOR DE SOCIALE COMMUNICATIEMIDDELEN
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
28 februari 2011
Aan de andere kant, de nieuwe talen die worden ontwikkeld in de digitale communicatie bepalen een meer intuïtieve en emotionele, in plaats van een analytische capaciteit, ze richten zich op een logische organisatie van gedachte en de relatie met de werkelijkheid, vaak voorkeur gevend aan het beeld en de hypertekstuele verbindingen. Daarenboven lijken het duidelijke traditionele onderscheid tussen de geschreven en mondeling taal te verdwijnen te gunste van een geschreven communicatie die de vorm en snelheid heeft van mondelinge communicatie. De dynamiek die hoort bij de ‘sociale netwerken’ vereist bovendien, dat de persoon betrokken is bij wat hij communiceert. Als personen informatie uitwisselen, delen zij al zichzelf en hun beeld van de wereld: ze worden ‘getuigen’ van wat betekenis geeft aan hun bestaan. De gelopen risico’s heeft ieder zeker niet in het oog: het verlies van innerlijkheid, oppervlakkig beleefde relaties, de vlucht naar de emotionele aard, het overwicht van de meest overtuigende opinie aangaande het verlangen naar waarheid. Een daarbij komt de onmacht om de betekenis van de motivaties in volheid en echtheid te beleven. Daarom is het overwegen van de talen die door de nieuwe technologieën worden ontwikkeld zo noodzakelijk. Het vertrekpunt is de Openbaring zelf, die ons getuigt van hoe God zijn wonderen juist in de taal en de werkelijke ervaring van de mens communiceert, “volgens het cultuurtype van de verschillende tijdperken”
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 58, tot aan de volledige openbaring van zichzelf in de Mensgeworden Zoon. Geloof dringt altijd door, verrijkt, verheft en bezielt de cultuur en de cultuur, op haar beurt, wordt een drager van het geloof, waaraan het de taal om te denken en zichzelf uit te drukken schenkt. Daarom is het noodzakelijk om aandachtige luisteraars te worden van de taal van de mensen van onze tijd, om aandachtig te zijn voor het werk van God in de wereld.