
Paus Benedictus XVI - 1 mei 2011
Tenslotte wil ook ik God danken voor de persoonlijke ervaring, die Hij mij toestond om voor lange tijd medewerker te zijn van de zalige paus Johannes Paulus II. Al eerder had ik gelegenheid hem te leren kennen en waarderen. Maar vanaf 1982, toen hij mij als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer naar Rome riep, kon ik hem 23 jaar lang van nabij beleven en ben zijn persoon steeds meer gaan waarderen. Mijn dienst werd gedragen door zijn spirituele diepte en de rijkdom van zijn intuïties. Zijn voorbeeldige wijze van bidden heeft mij steeds geraakt en opgebouwd: ook tijdens de veelvuldige taken van de van zijn ministerie, verdiepte hij zich in de ontmoeting met God. En dan zijn getuigenis in het lijden: de Heer heeft hem heel stilletjes alles genomen, maar hij is steeds de ‘steenrots’ gebleven, zoals Christus het heeft gewild. Zijn diepe deemoed, die wortelt in de innerlijke eenheid met Christus, heeft het hem mogelijk gemaakt de Kerk verder te leiden en de wereld een nog welsprekender boodschap te geven – juist in de tijd toen zijn fysieke krachten afnamen. Zo heeft hij op een buitengewone wijze de roeping verwerkelijkt van elke priester en bisschop: helemaal één worden met Jezus die hij dagelijks ontvangt en offert in de Eucharistie.