Paus Benedictus XVI - 9 maart 2011
Bovendien is de Veertigdagentijd een bevoorrechte tijd voor gebed. De heilige Augustinus zegt dat vasten en aalmoes “de twee vleugels van het gebed” zijn die toelaten gemakkelijker zijn vlucht te nemen tot bij God. Hij zegt:
“Gebed, dat nederig en met liefde voor de naaste gedaan wordt, met vasten en het geven van aalmoezen, met matigheid en het vergeven van beledigingen, met het geven van goede dingen en het niet betaald zetten van kwade dingen, met zich ver te houden van het kwaad en het goede te doen, gebed dat op die manier gebeurt, zoekt de vrede en verkrijgt ze ook. Met de vleugels van deze deugden, vliegt ons gebed met zekerheid op en bereikt het gemakkelijker de hemel waarheen Christus, onze vrede, ons is voorgegaan” H. Augustinus, Preken, Sermones. 206, 3 over de Vasten: PL 38, 1042.
De Kerk weet dat het door onze zwakheid moeilijk is tegenover God stil te zijn en ons bewust te worden dat we schepselen zijn, van Hem afhankelijk en dat we zondaars zijn die Zijn liefde nodig hebben: daarom nodigt zij ons in deze Veertigdagentijd uit tot een getrouwer en intenser gebed en tot langduriger overweging van Gods woord. De heilige Johannes Chrysostomus roept ons op:
“maak uw huis mooi met bescheidenheid en nederigheid door de beoefening van het gebed. Maak uw woning schitterend met het licht van de rechtvaardigheid: versier uw muren met goede werken als zuiver goud en vervang muren en edelstenen door geloof en bovennatuurlijke edelmoedigheid, en plaats boven dat alles het gebed om de versiering van het geheel te voltooien. Zo bereidt gij een waardig verblijf voor de Heer, zo ontvangt ge Hem in een schitterend paleis. Hij zal u verlenen uw ziel om te vormen tot een tempel van Zijn aanwezigheid” H. Johannes Chrysostomos, Homiliën over het gebed. 6: PG 64, 446.