Paus Benedictus XVI - 9 maart 2011
De Veertigdagen is een weg die erin bestaat Jezus te vergezellen die opgaat naar Jeruzalem, de plaats waar Zijn mysterie van lijden, dood en verrijzenis voltrokken wordt; de Veertigdagen herinnert ons dat het christenleven een weg is die minder gelegen is in het onderhouden van een wet dan in het ontmoeten, opnemen en volgen van de persoon van Christus zelf. Inderdaad, Jezus zegt ons: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen” (Lc. 9, 23). Met andere woorden, om met Hem tot het licht en de vreugde van de verrijzenis te komen, tot de overwinning van het leven, de liefde en het goede, moeten ook wij ons kruis van elke dag dragen, zoals de oproep op een mooie bladzijde uit de “Thomas à Kempis
De Imitatio Christi
Over de Navolging van Christus ()”:
“Neem dus uw kruis op en volg Jezus en gij zult het eeuwig leven binnengaan. Hij is ons voorgegaan, zwaar beladen met zijn eigen kruis (Joh. 19, 17), en Hij is op dat kruis voor ons gestorven; Hij wilde dat ook gij uw kruis zoudt willen dragen en verlangen daaraan te mogen sterven. Want als gij nu met Hem gestorven zijt, zult ge ook met Hem leven, en als deelgenoot in zijn schande zult gij eenmaal ook delen in zijn heerlijkheid” Thomas à Kempis, Over de Navolging van Christus, De Imitatio Christi. deel 2, hfd. 2, nr. 9-11.
In de Mis op de eerste zondag in de Veertigdagentijd bidden wij:
“O God, onze Vader, wil met de viering van deze Veertigdagentijd, het sacramentele teken van onze bekering, uw gelovigen laten groeien in de kennis van het Christusmysterie en van Hem getuigen door een waardige levenswijze” collecte.
Het is een aanroeping die wij tot God richten, omdat wij weten dat Hij alleen ons hart kan bekeren. En het is vooral in de liturgie, in de deelname aan de heilige geheimen, dat wij ertoe gebracht worden deze weg met de Heer te gaan; wij moeten bij Jezus in de leer gaan, opnieuw de gebeurtenissen doorlopen die ons het heil gebracht hebben, doch niet eenvoudigweg als een herdenking, een herinnering van voorbije feiten. In de liturgische handelingen brengt Christus zich aanwezig door het werk van de Heilige Geest; de heilbrengende gebeurtenissen worden actueel. Er is een sleutelwoord dat in de liturgie dikwijls terugkomt om dat aan te duiden: het woord “vandaag”; en het moet in zijn oorspronkelijke en concrete betekenis begrepen worden, niet figuurlijk. Vandaag openbaart God Zijn wet en wordt het ons gegeven te kiezen tussen goed en kwaad, tussen het leven en de dood Vgl. Deut. 30, 19 ; “het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap”, dat is vandaag (Mc. 1, 15); vandaag is Christus op Calvarië gestorven en uit de dood verrezen; vandaag is Hij ten hemel opgestegen en zetelt Hij aan de rechterhand van de Vader; vandaag wordt ons de Heilige Geest gegeven; vandaag is het de gunstige tijd. Deelnemen aan de liturgie betekent dus zijn leven onderdompelen in het mysterie van Christus, de weg gaan waar wij in Zijn dood en verrijzenis intreden om het leven te hebben.