Paus Benedictus XVI - 2 maart 2011
Dierbare broeders en zusters,
“God is de God van het mensenhart” H. Franciscus van Sales, Verhandeling over de Liefde van God, Traite de l'Amour de Dieu. I, XV: in deze schijnbaar simpele woorden zien wij de stempel van de spiritualiteit van een groot meester, over wie ik u vandaag zou willen spreken, de heilige Franciscus van Sales, bisschop en Kerkleraar. In 1567 geboren, in een Franse grensstreek, was hij de zoon van de heer van Boisy, een oude adellijke familie uit de Savoie. Hij leefde op de overgang van de XVIe naar de XVIIe eeuw en verinnerlijkte het beste van de leer en de culturele verworvenheden van de eeuw die ten einde liep, door de erfenis van het humanisme te verzoenen met de gerichtheid op het absolute, eigen aan de mystieke stromingen. Zijn opleiding was zeer degelijk; hij deed hogere studies in Parijs, legde zich ook toe op theologie en om gevolg te geven aan de wens van zijn vader, studeerde hij rechten aan de universiteit van Padua, wat hij schitterend afsloot met een doctoraat utroque iure, kerkrecht en burgerlijk recht. In zijn evenwichtige jeugd, dacht hij na over de heilige Augustinus en de heilige Thomas van Aquino en maakte een diepe crisis door die hem zijn eeuwig heil deed in vraag stellen en de predestinatie wat hemzelf betreft, zodat hij de theologische kwesties van zijn tijd werkelijk als een spiritueel drama doorleed. Hij bad intens, doch de twijfel kwelde hem zodanig dat hij gedurende enkele weken bijna niet kon eten noch slapen. Op het hoogtepunt van de beproeving, begaf hij zich naar de kerk van de dominicanen in Parijs, legde zijn hart open en bad als volgt: “wat er ook gebeurt, Heer, Gij die alles in uw handen houdt en wiens wegen gerechtigheid en waarheid zijn; wat Gij voor mij ook bepaalt ...; Gij die altijd een betrouwbaar rechter en barmhartige Vader bent, ik zal U liefhebben Heer (...) ik zal U hier liefhebben, o mijn God, en ik zal altijd op Uw barmhartigheid hopen en altijd Uw lof herhalen ... O Heer Jezus, Gij zult altijd mijn hoop zijn en mijn heil in het land van de levenden” H. Franciscus van Sales, I Proc. Canon.. vol. I, art. 4. Franciscus vond de vrede op de leeftijd van twintig jaar, in de radicale en bevrijdende werkelijkheid van Gods liefde: Hem liefhebben zonder iets terug te verwachten en zijn vertrouwen stellen in de Goddelijke liefde; zich niet meer afvragen wat God met mij zal doen; Hem eenvoudigweg beminnen, onafhankelijk van wat Hij me geeft of niet geeft. Zo vond hij de vrede en de kwestie van de predestinatie – waarover in die tijd gediscuteerd werd – was opgelost, omdat hij niet meer zocht naar wat hij van God kon hebben; hij beminde Hem gewoon, hij gaf zich over aan Zijn goedheid. En dat zal het geheim van zijn leven zijn, dat in zijn hoofdwerk te voorschijn komt: “H. Franciscus van Sales
Traite de lAmour de Dieu
Verhandeling over de Liefde van God ()”.
Hij overwon de weerstand van zijn vader en volgde de roeping van de Heer; zo werd hij op 18 december 1593 priester gewijd. In 1602 werd hij bisschop van Genève, in een tijd waarin de stad een vesting was van het calvinisme zodanig dat de bisschopszetel zich“in ballingschap” te Annecy bevond. Als herder van een arm en onrustig bisdom, in een bergachtig landschap, waarvan hij zowel de hardheid als de schoonheid kende, schreef hij: “(God) heb ik in heel Zijn zachtheid en fijngevoeligheid ontmoet in onze hoogste en wildste bergen, waar Hij door vele eenvoudige zielen waarachtig en oprecht bemind en aanbeden werd; reebokken en gemzen sprongen tussen de angstaanjagende gletsjers om Zijn lof te zingen” (Lettre à la Mère de Chantal” H. Franciscus van Sales, Oeuvre. Brief aan Moeder de Chantal, oktober 1606: uitg. Mackey, vol. XIII, p. 223. Nochtans lijkt de invloed van zijn leven en onderricht op het Europa van toen en in de daarop volgende eeuwen, immens. Hij is een apostel, prediker, een man van de actie en van het gebed; geëngageerd om de idealen van het Concilie van Trente te realiseren; hij neemt deel aan de controverse en dialoog met de protestanten en ervaart steeds meer dat naast de noodzakelijke theologische confrontatie, persoonlijke relatie en naastenliefde belangrijk zijn; hij is belast met diplomatieke opdrachten op Europees niveau en sociale taken van bemiddeling en verzoening. Maar de heilige Franciscus van Sales is vooral een gids voor de zielen: uit zijn ontmoeting met een jonge vrouw, de dame van Charmoisy, haalt hij inspiratie voor één van de meest gelezen boeken in de moderne tijd, “Inleiding tot het devote leven”; uit zijn diepe geestelijke band met een uitzonderlijke persoonlijkheid, de heilige Jeanne Françoise de Chantal, zal een nieuwe religieuze familie ontstaan, de Orde van de Visitatie, gekenmerkt – zoals de heilige het wilde – door totale toewijding aan God, in eenvoud en nederigheid, door de gewone dingen buitengewoon te doen: “... Ik wil dat mijn Dochters – schrijft hij – geen ander ideaal hebben dan (Onze Heer) met hun nederigheid te verheerlijken” H. Franciscus van Sales, Oeuvre. Brief aan Mgr. de Marquemond, juni 1615. Hij sterft in 1622, op 55-jarige leeftijd, na een leven dat getekend is door de hardheid der tijden en apostolisch werk.
In een tijd van intense mystieke bloei, is de “Verhandeling over Gods liefde” een ware “summa” en tegelijk een fascinerend literair werk. De beschrijving van de weg naar God vertrekt van de kennis van de “natuurlijke neiging” H. Franciscus van Sales, Verhandeling over de Liefde van God, Traite de l'Amour de Dieu. Boek I, hfd. XVI die in het hart van de mens geschreven staat, om God boven alles te beminnen, alhoewel hij zondaar is. Naar het voorbeeld van de Heilige Schrift, spreekt de heilige Franciscus van Sales over de eenheid tussen God en mens aan de hand van een hele reeks beelden van inter-persoonlijke relaties. Zijn God is vader en heer, bruidegom en vriend, Hij heeft trekken van een moeder en een voedster, Hij is de zon waarvan zelfs de nacht een geheimvolle openbaring is. Zo een God trekt de mens tot zich met de banden van de liefde, met andere woorden van de ware vrijheid: “want de liefde heeft geen dwangarbeiders noch slaven, (doch) brengt alles tot gehoorzaamheid met zo een heerlijke kracht, alsof niets zo sterk is als de liefde, en niets zo beminnelijk als haar kracht” H. Franciscus van Sales, Verhandeling over de Liefde van God, Traite de l'Amour de Dieu. Boek I, hfd. VI. We vinden in de verhandeling van onze heilige een diepe meditatie over de menselijke wil en de beschrijving van zijn verloop, zijn doortocht, zijn dood, om te leven in de volledige overgave niet alleen aan de wil van God, maar aan wat Hem behaagt (bon plaisir), aan Zijn willekeur Vgl. H. Franciscus van Sales, Verhandeling over de Liefde van God, Traite de l'Amour de Dieu. Boek IX, hfd. I. Op het hoogtepunt van de vereniging met God staat naast de verrukkingen van de contemplatieve extase, dit terugvloeien in concrete naastenliefde, die aandacht heeft voor alle behoeften van de anderen, wat hij de “extase van het werk en het leven” noemt H. Franciscus van Sales, Verhandeling over de Liefde van God, Traite de l'Amour de Dieu. Boek VII, hfd. VI.