MILITANTIS ECCLESIAEAan de Aartsbisschoppen en Bisschoppen van Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland - Z. Petrus Canisius wordt verheven tot Tweede Apostel van Duitsland
(Soort document: Paus Leo XIII - Encycliek)
Paus Leo XIII -
1 augustus 1897
Op de tweede plaats, het is noodzakelijk, dat niet
alleen op bepaalde uren godsdienstonderwijs aan de jeugd wordt gegeven, maar ook de gehele overige vorming moet den geur der christelijke godsvrucht ademen. Als dat niet het geval is, als deze heilige adem de ziel van onderwijzers en leerlingen niet doordringt en verwarmt, zal men uit alle onderwijs weinig nut trekken; dikwijls zelfs zullen er niet geringe nadelen uit volgen. Immers, haast ieder vak heeft zijn eigen gevaren, en de jonge mensen zullen daar nauwelijks aan kunnen ontkomen, als hun geest en hart niet om zoo te zeggen door van God afkomstige teugels worden bedwongen. Men moet dus wèl toezien: de hoofdzaak, nl, de beoefening der gerechtigheid en der godsvrucht, mag niet op de tweede plaats komen; de jeugd mag niet uitsluitend geboeid worden aan de dingen die onder de zinnen vallen en daardoor iedere degelijke toeleg op deugd opzij zetten. Terwijl de onderwijzers de lastige taak hebben van hun moeitevol onderricht, en daarbij tot lettergrepen en komma's toe speuren, mogen zij zeker niet zonder zorg zijn voor de ware wijsheid, wier begin de vreze des Heeren is en naar wier voorschriften heel de levenspraktijk in alle omstandigheden moet worden ingericht. Met het aanleren van de vele kundigheden moet dus gepaard gaan de zorg voor de cultuur der ziel. Het onderwijs in ieder vak, om het even welk vak, moet geheel bezield, beheerst worden door den godsdienst. Deze moet met zijn verhevenheid en zijn aantrekkelijkheid zulk een diepen indruk maken, dat hij in de ziel der jonge mensen als het ware blijvende prikkels ten goede achterlaat.
© 1945, Ecclesia Docens 0147, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum, pag. 23-40
Vert.: F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.