H. Paus Johannes Paulus II - 31 mei 1998
DIES DOMINI Over de heiliging van de zondag |
|||
► | DIES ECCLESIAE - De eucharistische samenkomst, hart van de zondag | ||
► | Van mis naar 'missie' |
Door het ontvangen van het Levensbrood kwamen de leerlingen van Christus in de juiste gesteldheid om, met de kracht van de Verrezene en van diens Geest, de taken die hun in hun gewone leven wachtten, aan te pakken. De gelovige tot wie de betekenis van wat hij gedaan heeft doorgedrongen is, kan inderdaad de volledige betekenis van de Eucharistieviering niet laten ophouden bij de kerkdeur. De Christenen die elke zondag bijeengeroepen worden om de aanwezigheid van de Verrezene te beleven en te verkondigen, zijn, zoals de eerste getuigen van de verrijzenis, geroepen in hun gewone dagelijkse leven te evangeliseren en te getuigen. In die zin moeten het gebed na de communie, de slotriten, de zegening en wegzending van de gelovigen herontdekt en meer gewaardeerd worden, opdat degenen die aan de eucharistie hebben deelgenomen dieper de verantwoordelijkheid voelen die hun is toevertrouwd. Na het uiteengaan van de verzamelde schare keert de leerling van Christus in zijn gewone leefomgeving terug met de plicht van heel zijn leven een geschenk te maken, een geestelijke offergave die God welgevallig is. Vgl. Rom. 12, 1 Hij voelt zich bij zijn broeders in het krijt staan vanwege dat wat hij tijdens de viering ontvangen heeft, precies zoals de leerlingen uit Emmaus die de verrezen Christus herkenden aan "het breken van het brood" (Lc. 24, 30-32) en onmiddellijk de behoefte voelden hun vreugde om de ontmoeting met de Heer te gaan delen met hun broeders. Vgl. Lc. 24, 33-35