
H. Paus Johannes Paulus II - 31 mei 1998
Zo beleefd wordt de zondagse Eucharistie en de zondag in zijn geheel een leerschool voor liefde, gerechtigheid en vrede. De aanwezigheid van de Verrezene temidden van de zijnen wordt een appèl aan de solidariteit, zij zet aan tot een innerlijke vernieuwing, zij spoort ertoe aan zondige structuren waarin mensen, gemeenschappen, soms hele volken opgesloten zitten, te veranderen. De christelijke zondag is dus iets heel anders dan wegvluchten. Het is eerder een in de tijd zelf ingeschreven profetie, een profetie die de gelovigen verplicht in het voetspoor te treden van Hem die gekomen is "om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer" (Lc, 4, 19). In zijn leerschool wordt de gelovige in de zondagse herdenking van Pasen en met in gedachten zijn belofte "vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u" (Joh. 14, 27), op zijn beurt een bewerker van vrede.