H. Paus Johannes Paulus II - 31 mei 1998
Terwijl wij nu, dertig jaar na het Concilie, onze gedachten laten gaan over de zondagse eucharistie, moeten we nauwkeurig bekijken hoe het woord van God verkondigd wordt en ook bezien welke daadwerkelijke vooruitgang er onder het volk Gods is wat betreft de kennis van en liefde tot de heilige Schrift. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 24. is sprake van "suavis et vivus Sacrae Scripturae affectus", weldadige en levendige genegenheid voor de heilige Schrift. Beide aspecten, die van de viering en de doorleefde ervaring, hangen nauw met elkaar samen. Enerzijds moet de door het Concilie geboden mogelijkheid het woord van God in de taal van de aanwezige gemeenschap te verkondigen ons ertoe brengen in te zien, dat dat ons een 'nieuwe verantwoordelijkheid' ten opzichte van dit woord oplegt, namelijk om "ook in de wijze van lezen of zingen het bijzondere karakter van de gewijde tekst" H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Het Mysterie en de Eredienst van de Heilige Eucharistie - Brief aan de Bisschoppen bij gelegenheid van Witte Donderdag 1980, Dominicae Cenae (24 feb 1980), 10 te doen schitteren. Anderzijds is het goed, dat het luisteren naar de verkondiging van het woord van God in de geest van de gelovigen goed is voorbereid door een aangepaste kennis van de Schrift en, indien dat pastoraal gezien mogelijk is door gerichte initiatieven ter verdieping van de Bijbelse teksten, in het bijzonder die van de hoogtijdagen. Als de lezing van de gewijde teksten, in een geest van gebed en getrouw aan de kerkelijke interpretatie, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 25 niet bij wijze van gewoonte het leven van de gelovige personen en gezinnen inspireert, zal het inderdaad niet te verwachten zijn, dat alleen de liturgische verkondiging van het Woord de verhoopte vruchten zal opleveren. Het is dus op zijn plaats de initiatieven toe te juichen waardoor de parochiegemeenschappen, met inbegrip van allen die aan de eucharistie deelnemen - priester, misdienaars, gelovigen Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera, Ordo Lectionum Missae (21 jan 1981). hoofdstuk III - al in de loop van de week de zondagsvieringen voorbereiden door het overwegen van het woord van God dat verkondigd zal worden. Het doel dat nagestreefd moet worden, is dat niet alleen de homilie maar de hele viering, gebed, luisteren, gezang, op een of andere wijze uitdrukking is van de boodschap van de zondagsliturgie. Dan kunnen allen die aan die liturgie deelnemen er meer van doordrongen raken. Er zijn natuurlijk heel wat zaken toevertrouwd aan de bedienaars van het Woord. Zij hebben de plicht de uitleg van het Woord van de Heer met zorg voor te bereiden door het bestuderen van de gewijde tekst en door gebed. Daarbij dienen zij de inhoud getrouw weer te geven en deze te vertalen naar de huidige tijd, afgestemd op de vragen en het leven van de mensen van nu.
Gezien het eigen karakter van de zondagsmis en het belang van die Mis voor het leven van de gelovigen is het passend de viering met bijzondere zorg voor te bereiden. In de modellen die door pastorale wijsheid en plaatselijke gewoonten in overeenstemming met de liturgische voorschriften worden gesuggereerd, dient men ervoor te zorgen dat de viering een feestelijk karakter heeft die past bij de dag waarop men de verrijzenis van de Heer gedenkt. Met het oog daarop is het van belang grote aandacht te besteden aan de zang van de verzamelde gemeenschap, omdat deze zeer geschikt is de vreugde van het hart tot uitdrukking te brengen. De zang benadrukt de plechtige viering en begunstigt het delen in het ene geloof en dezelfde liefde. Dientengevolge dient men de kwaliteit te bewaken, zowel die van de teksten als van de melodieën, opdat de nieuwe creaties die vandaag de dag naar voren komen in overeenstemming zijn met de liturgische bepalingen en de kerkelijke traditie waardig zijn, die op dat gebied zich kan laten voorstaan op een rijk erfgoed.