29 november 2010
Het laatste of jongste oordeel zal plaatsvinden aan het eind van de tijden, bij de wederkomst van Christus. ‘Wie het goede gedaan heeft, staat op om te leven; wie het slechte gedaan heeft, staat op om veroordeeld te worden’ (Joh. 5, 29). Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1038-1041.1058-1059
Als Christus in heerlijkheid weerkomt, zal zijn volle licht op ons schijnen. De waarheid zal aan het licht komen: onze gedachten, onze daden, onze verhouding met God en de mensen – niets zal meer verborgen zijn. Wij zullen de definitieve zin van de schepping ontdekken, de wonderbare wegen van God tot ons heil begrijpen en eindelijk ook antwoord krijgen op de vraag waarom het kwaad zo machtig mag zijn, als God toch de uiteindelijke macht heeft. Het jongste oordeel is ook het oordeel over ons. Hier wordt beslist of wij opgewekt worden tot het eeuwige leven, of voor altijd van God gescheiden worden. Aan hen die het leven gekozen hebben, zal God nog eenmaal scheppend handelen. In een ‘nieuw lichaam’ (2 Kor. 5, 1) zullen zij voor altijd leven in Gods heerlijkheid en Hem met lichaam en ziel prijzen.
Aan het einde der tijden zal God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde scheppen. Het kwaad zal geen macht en geen aantrekkingskracht meer hebben. De verlosten zullen God van gezicht tot gezicht zien - als vrienden. Hun verlangen naar vrede en gerechtigheid zal vervuld zijn. God te aanschouwen zal hun geluk zijn. De Drievuldige God zal onder hen wonen en alle tranen van hun ogen afwissen: de dood zal niet meer zijn, geen verdriet, geen geklaag, geen moeite. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1042-1050.1060