
29 november 2010
God schiep de mens als man en vrouw. Hij schiep ze voor elkaar en voor de liefde. Hij schiep ze met erotisch begeren en het vermogen tot lust. Hij schiep ze voor het doorgeven van het leven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2331-2333.2335.2392
Man of vrouw zijn bepaalt mensen bijzonder ingrijpend. Het is een andere manier van voelen, een andere manier van liefhebben, een andere roeping met betrekking tot de kinderen, een andere weg in het geloof. God heeft man en vrouw verschillend geschapen omdat Hij wilde dat ze er voor elkaar zijn en elkaar in de liefde completeren. Daarom voelen man en vrouw zich seksueel en geestelijk tot elkaar aangetrokken. Wanneer man en vrouw van elkaar houden en met elkaar slapen, vindt hun liefde haar zinnelijkste uitdrukking. Zoals God in zijn liefde scheppend is, mag ook de mens in de liefde scheppend zijn en kinderen het leven schenken.
Nee, God heeft mannen en vrouwen dezelfde waardigheid als persoon gegeven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2331.2335
Mannen en vrouwen zijn beiden naar het evenbeeld van God geschapen mensen en door Jezus Christus verloste kinderen van God. Het is even onchristelijk als onmenselijk om iemand te discrimineren of achter te stellen omdat hij of zij man of vrouw is. Gelijke waardigheid en gelijke rechten betekenen echter nog geen uniformiteit. Een gelijkstelling die aan de eigenheid van man en vrouw voorbijgaat, is in strijd met het scheppingsidee van God.
Liefde is de vrije overgave van het hart. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2346
Vol liefde zijn betekent van iets zo veel welbehagen beleven dat je buiten jezelf treedt en je eraan overgeeft. Een musicus kan zich overgeven aan een meesterwerk. Een kleuterjuf kan er met heel haar hart voor haar beschermelingetjes zijn. In elke vriendschap zit ook liefde. De mooiste vorm van liefde op aarde is echter de liefde tussen man en vrouw, waarin twee mensen zich voorgoed aan elkaar geven. Elke menselijke liefde is een weerspiegeling van de goddelijke liefde waarin alle liefde thuis is. Liefde is het binnenste van de drievuldige God. In God vindt een voortdurende uitwisseling en eeuwigdurende overgave plaats. Door het overstromen van de goddelijke liefde nemen wij mensen deel aan de eeuwige liefde van God. Hoe meer de mens liefheeft, hoe meer hij op God lijkt. Liefde moet het hele leven van de mens vormen, maar vooral diep en veelbetekenend zijn daar waar man en vrouw binnen het huwelijk liefhebben en ‘één van lichaam worden’ (Gen. 2, 24).
Seksualiteit en liefde horen onscheidbaar bij elkaar. De seksuele ontmoeting heeft een kader van trouwe, betrouwbare liefde nodig. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2337
Waar seksualiteit wordt gescheiden van de liefde en enkel gevraagd is ter bevrediging, wordt de zin van de seksuele vereniging van man en vrouw vernietigd. De seksuele vereniging is de mooiste, lichamelijk-zinnelijke uitdrukking van liefde. Mensen die seks zoeken zonder liefde liegen, want de nabijheid van lichamen vloeit niet voort uit de nabijheid van harten. Wie de taal van zijn lichaam niet serieus neemt, brengt op den duur schade toe aan lichaam en ziel. Seks wordt dan onmenselijk, gedegradeerd tot genotsmiddel en niet meer dan handelswaar. Alleen verplichtende en duurzame liefde biedt ruimte voor een menselijk beleefde en duurzaam gelukkig makende seksualiteit.
Een kuise liefde is een liefde die zich tegen alle krachten van binnen en van buiten verweert die haar willen vernietigen. Je bent kuis wanneer je je seksualiteit bewust hebt aangenomen en goed in je persoonlijkheid hebt geïntegreerd. Kuisheid en onthouding zijn niet hetzelfde. Ook iemand die een actief seksleven heeft binnen het huwelijk, moet kuis zijn. Kuis is een mens precies dan wanneer zijn lichamelijke optreden een uitdrukking is van een betrouwbare en trouwe liefde. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2238
Kuisheid mag niet worden verward met preutsheid. Een mens die kuis leeft, is niet de speelbal van zijn lusten, maar beleeft zijn seksualiteit bewust vanuit de liefde en als uitdrukking van die liefde. Onkuisheid verzwakt de liefde en verduistert haar zin. De katholieke Kerk staat voor een holistisch-ecologische benadering van de seksualiteit. Daartoe behoren op de eerste plaats de seksuele lust, die iets goeds en moois is, op de tweede plaats persoonlijke liefde en op de derde plaats vitaliteit, dat wil zeggen: openheid op kinderen. Zoals bier wordt gemaakt van hop, mout en water – ingrediënten die op zichzelf tamelijk beroerd smaken, maar samen zeer goed – is de katholieke Kerk van mening dat die drie aspecten bij elkaar horen. Wanneer een man namelijk één vrouw heeft voor zijn seksuele lust, een ander voor de romantiek van de liefde en een derde om kinderen bij te krijgen, instrumentaliseert hij ze allen en houdt van geen van hen werkelijk.
Wie vrij is voor de liefde en geen slaaf is van zijn driften of hartstochten, leeft kuis. Alles wat helpt om een betrokken, gerijpte, vrije en liefdevolle mens te worden, helpt dus ook bij een kuise liefde. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2338-2345
Je wordt vrij voor de liefde door een zelfdiscipline die je op elke leeftijd kan verkrijgen, moet trainen en onderhouden. Daarbij helpt het in alle gevallen trouw te blijven aan de geboden van God, verzoekingen uit de weg te gaan, elke vorm van dubbelleven of dubbele moraal te vermijden en God te vragen je te behoeden tegen verzoekingen en je in de liefde te sterken. Een zuivere en ongedeelde liefde kunnen leven is tenslotte een genade en een prachtig geschenk van God.
Ja, elke christen moet zijn liefde kuis beleven, of hij nu jong of oud is, alleen leeft of getrouwd is. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2348-2349.2394
Niet alle mensen zijn geroepen tot het huwelijk, maar iedereen is geroepen tot de liefde. Wij zijn voorbestemd om van ons leven een gave te maken. Voor velen is dat in de vorm van een huwelijk, voor anderen in de vorm van een vrijwillige staat van ongehuwdheid omwille van het hemelrijk en voor weer anderen doordat ze alleen leven, maar wel altijd voor anderen klaarstaan. Alle leven vindt zijn zin in de liefde. Kuis zijn betekent onverdeeld liefhebben. De onkuise is verscheurd en onvrij. De waarachtig liefhebbende is vrij, sterk en goed, hij kan zich in de liefde overgeven. Zo is Christus, die zich geheel voor ons en tegelijk aan de Vader in de hemel heeft gegeven, een voorbeeld van kuisheid, omdat Hij het toonbeeld van de sterke liefde is.
Omdat ze de liefde wil beschermen. Een mens kan een andere mens geen groter geschenk doen dan zichzelf. ‘Ik hou van jou’ betekent voor beiden: ‘Ik wil alleen jou, ik wil je helemaal en ik wil je voor eeuwig!’ Omdat dit zo is, kun je: ‘Ik hou van jou’ eigenlijk niet voor tijdelijk of op proef zeggen, ook niet met het lichaam. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2350.2391
Velen bedoelen het serieus met hun relaties voor het huwelijk. En toch zijn er daarbij twee voorbehouden die niet met de liefde samengaan: de ‘uitstapmogelijkheid’ en de angst voor een kind. Omdat de liefde zo groot, zo heilig en zo uniek is, leert de Kerk jonge mensen de verplichting om te wachten met het aangaan van een seksuele relatie totdat zij getrouwd zijn.
God heeft ons elk ogenblik lief, in elke ongezuiverde toestand, ook in elke toestand van zondigheid. God helpt ons de hele waarheid van de liefde te zoeken en manieren te vinden om deze steeds ondubbelzinniger en meer vastbesloten te leven.
In een gesprek met een priester of een geloofwaardige, ervaren christen kunnen jonge mensen naar een manier zoeken om hun liefde steeds helderder te kunnen beleven. Daarbij zullen ze merken dat elk leven een proces is en dat, wat er ook gebeurd is, met hulp van God altijd een nieuw begin gemaakt kan worden.
Zelfbevrediging is een vergrijp tegen de liefde, omdat ze de opwekking van lust tot een doel op zich maakt en deze loskoppelt van de totale ontvouwing van de liefde tussen man en vrouw. Daarom is ‘seks met jezelf’ een interne tegenspraak. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2352
De kerk beschouwt zelfbevrediging als een ernstige ongeordende handeling en waarschuwt er voor die te bagatelliseren. Er bestaat wel degelijk een gevaar dat veel jeugdigen en volwassenen door de consumptie van opwindende afbeeldingen, films en internetpagina’s vereenzamen, in plaats van in een persoonlijke relatie liefde te vinden. De eenzaamheid kan tot een doodlopende weg worden waarin zelfbevrediging tot een verslaving wordt. Met de instelling ‘voor seks heb ik niemand nodig, dat regel ik zelf wel, hoe en wanneer ik het maar wil’, wordt niemand gelukkig.
Ontucht (Grieks: porneia) slaat oorspronkelijk op heidense seksuele praktijken, bijvoorbeeld de tempelprostitutie. Later werd de term gebruikt voor alle vormen van seksuele handelingen buiten het huwelijk. Tegenwoordig wordt de term vaak in de strafrechtelijke zin (ontucht met minderjarigen, afhankelijken enz.) gebruikt. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2353
Ontucht is vaak gebaseerd op verleiding, leugens, geweld, afhankelijkheid en misbruik. Ontucht is dus een zware misstap ten opzichte van de liefde. Het is een schending van de waardigheid van de mens en een ontkenning van de zin van de menselijke seksualiteit. Overheden hebben de plicht in het bijzonder minderjarigen tegen ontuchtige handelingen te beschermen.
In de prostitutie wordt de ‘liefde’ tot handelswaar en de mens tot lustobject gedegradeerd. Daarom is prostitutie een ernstig vergrijp tegen de menselijke waardigheid en een zware zonde tegen de liefde. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2355
De profiteurs van de prostitutie – mensenhandelaren, souteneurs, loverboys – maken zich minstens zo schuldig als de vrouwen, mannen, kinderen en jeugdigen die, vaak onder dwang of in afhankelijkheid, hun lichaam verkopen.
Wie de liefde misbruikt doordat hij de menselijke seksualiteit losmaakt van de intimiteit van een bindende liefde tussen twee mensen en er handelswaar van maakt, begaat een ernstige zonde. Wie pornografie produceert, consumeert en verkoopt, schendt de menselijke waardigheid en verleidt anderen tot het kwaad. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2523
Pornografie is een variant op prostitutie, want ook hier wordt gesuggereerd dat ‘liefde’ te koop zou zijn voor geld. Acteurs, producenten en handelaren hebben allen een even groot aandeel aan dit zware vergrijp tegen de liefde en de menselijke waardigheid. Wie pornografische media consumeert, zich in virtuele pornowerelden begeeft of aan pornografische gebeurtenissen deelneemt, begeeft zich op enige afstand in de prostitutie en ondersteunt daarmee de smerige miljardenhandel in seks.
Wie een ander mens verkracht, schendt zijn of haar waardigheid volledig. Hij breekt met geweld binnen in de diepste intimiteit van een ander en kwetst hem in het hart van zijn vermogen tot liefhebben. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2356
De verkrachter begaat een misdrijf tegen het wezen van de liefde. Het behoort tot het wezen van de seksuele vereniging dat die uitsluitend in het kader van de liefde vrij kan worden toegestaan. Zelfs binnen het huwelijk kan verkrachting voorkomen. Het meest verwerpelijk is verkrachting in sociale, hiërarchische, beroepsmatige of familiegebonden afhankelijkheidsrelaties, bijvoorbeeld tussen ouders en kinderen of tussen leraren, opvoeders, zielzorgers en hun pupillen.
Afgezien van het feit dat condooms geen absoluut zekere bescherming tegen infectie bieden, wijst de Kerk het gebruik van mechanische middelen ter bestrijding van hiv-epidemieën af en streeft ze vooral naar een nieuwe cultuur van menselijke relaties en een verandering van het maatschappelijke bewustzijn.
Alleen een geleefde trouw en het afzien van lichtvaardige seksuele contacten vormen een duurzame bescherming tegen aids en leren een holistische omgang met de liefde. Het respect voor de gelijke waardigheid van vrouwen en mannen, de zorg om de gezondheid van het gezin, de verantwoordelijke omgang met verlangens en ook het (tijdelijk) afzien van seksueel contact horen daarbij. In Afrikaanse landen waar door brede maatschappelijke campagnes een dergelijke gedragsverandering werd bevorderd, kon het besmettingscijfer duidelijk worden verlaagd. Bovendien doet de katholieke Kerk alles wat ze kan om mensen te helpen die door aids zijn getroffen.
God heeft de mens als man en vrouw geschapen en ook lichamelijk voor elkaar voorbestemd. De kerk neemt mensen die homoseksuele gevoelens hebben zonder voorbehoud op. Ze mogen daarom niet gediscrimineerd worden. Tegelijkertijd zegt de kerk van alle vormen van gelijkgeslachtelijk seksueel contact dat ze niet overeenstemmen met de scheppingsorde. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2358-2359
Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2360-2361.2397-2398
Wanneer een van beide partners op het moment van de huwelijkssluiting één van de vier genoemde punten uitsluit, dan komt het Sacrament van het huwelijk niet tot stand.
God wil dat man en vrouw elkaar in erotische en seksuele lust ontmoeten om zich in liefde steeds vaster met elkaar te verbinden en kinderen uit hun liefde te laten ontstaan. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2362-2367
Aan het lichaam, de lust en erotisch plezier worden in het christendom grote waarde gehecht: ‘Het christendom (...) gelooft dat de materie goed is, dat God zelf ooit een mensengedaante aannam, dat we zelfs in de hemel een soort lichaam ontvangen dat opnieuw een essentieel deel van onze zaligheid, onze schoonheid en onze kracht is. Het christendom heeft meer dan enige andere religie het huwelijk verheerlijkt. Bijna alle hoogstaande liefdespoëzie van de wereldliteratuur werd door christenen geschreven en het Christendom zal iedereen tegenspreken die beweert dat seksualiteit op zich slecht is’ (C.S. Lewis, Onversneden christendom). De lust is echter geen doel op zich. Waar de lust van een paar lust om de lust wordt en niet openstaat voor nieuw leven dat eruit voort wil komen, voldoet ze niet aan het wezen van de liefde.
Een kind is een schepsel en een geschenk van God dat door de liefde van zijn ouders ter wereld komt. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2378.2398
Ware liefde wil niet dat een paar helemaal in elkaar opgaat. Liefde opent zich in een kind. Een kind dat verwekt en geboren wordt, is niet ‘gemaakt’ en is ook niet de som van de genen van vader en moeder. Het is een volledig nieuwe en unieke, met een eigen ziel uitgeruste schepping van God. Het kind is dus niet het bezit van de ouders.
Een christelijk paar heeft zoveel kinderen als God hun schenkt en zoveel als het kan verantwoorden. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2373
Alle kinderen die God schenkt, zijn een genade en een grote zegen. Dat betekent niet dat een christelijk paar geen rekening moet houden met hoeveel kinderen het in zijn economische en sociale toestand en wat de gezondheid betreft kan verantwoorden. Wanneer er ‘desondanks’ een kind komt, moet dit kind met vreugde en bereidheid worden begroet en met grote liefde worden aangenomen. In het vertrouwen op God hebben vele christelijke paren de moed tot een ongewoon groot gezin.
Ja, een christelijk echtpaar mag en moet verantwoordelijk omgaan met de gave leven te kunnen schenken. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2368-2369.2399
Soms is er sprake van sociale, psychische en medische omstandigheden waaronder nog een kind een grote, bijna onmenselijke uitdaging zou betekenen voor het paar. Daarom zijn er heldere criteria die echtparen in acht moet nemen. Geboorteregeling kan:
De kerk verwijst voor een bewuste regeling van de conceptie naar verfijnde methoden van zelfobservatie en natuurlijke familieplanning (sympto-thermaal). Die komen overeen met de waardigheid van man en vrouw. Ze respecteren de innerlijke wetten van het vrouwelijke lichaam, vragen om een tedere en bedachtzame omgang met elkaar en daarom een leerschool voor de liefde. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2370-2372.2399
De kerk let zorgvuldig op de natuurlijke orde en ziet daarin een diepere betekenis. Daarom is het voor de kerk niet om het even of een paar de vruchtbaarheid van de vrouw manipuleert, of juist gebruik maakt van de natuurlijke afwisseling van vruchtbare en onvruchtbare dagen. Niet voor niets heet de natuurlijke gezinsplanning natuurlijk te zijn: die is ecologisch, holistisch, gemeenschappelijk en gezond. Bovendien is zij bij correcte toepassing zelfs effectiever dan de pil (hogere Pearl-index). De kerk wijst daarentegen alle kunstmatige voorbehoedsmiddelen af – daarmee zijn bedoeld chemische middelen (‘de pil’), mechanische middelen (bijvoorbeeld condoom, spiraaltje enz.) en chirurgische middelen (sterilisatie) – aangezien die manipulatief in de holistische eenheid van man en vrouw ingrijpen. Die middelen kunnen zelfs de gezondheid van de vrouw in gevaar brengen, miskramen veroorzaken en het liefdesleven van het paar op termijn nadelig beïnvloeden.
Echtparen die lijden onder onvruchtbaarheid kunnen gebruik maken van alle medische hulpmiddelen die niet in tegenspraak zijn met de waardigheid van de persoon, de rechten van het te verwekken kind en de heiligheid van het sacrament van het huwelijk. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2375.2379
Er bestaat geen absoluut recht op een kind. Elk kind is een geschenk van God. Echtparen die dit geschenk niet ontvangen, ondanks het feit dat ze alle toegestane medische hulpmiddelen hebben geprobeerd, kunnen pleeg- of adoptiekinderen opnemen of zich op andere wijze sociaal engageren, bijvoorbeeld door voor verlaten kinderen te gaan zorgen.
Alle hulp bij de conceptie van een kind door onderzoek en medicijnen behoort daar op te houden waar door een derde persoon de gemeenschappelijkheid van het ouderschap wordt opgeheven en vernietigd of waar de conceptie tot een technische handeling buiten de seksuele vereniging binnen het huwelijk wordt. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2374-2377
Uit respect voor de menselijke waardigheid wijst de kerk de conceptie van een kind door heterologe of homologe inseminatie af. Elk kind heeft van God het recht gekregen op een vader en een moeder, om die te kennen en indien mogelijk in de geborgenheid van hun liefde op te groeien. Kunstmatige inseminatie met het zaad van een vreemde man (heterologe inseminatie) vernietigt ook de geest van het huwelijk, waarin man en vrouw het recht hebben enkel door de partner vader of moeder gemaakt te worden. Ook bij de homologe inseminatie (het zaad stamt van de eigen man) is het kind het product van een technische handeling en niet van de liefhebbende eenheid van een persoonlijke seksuele ontmoeting. Wanneer het kind echter tot product wordt, dan leidt dit al gauw tot cynische vragen over de kwaliteit van dat product en de productaansprakelijkheid. De kerk wijst daarom ook de PID (pre-implantatie-diagnostiek) af, die wordt uitgevoerd om niet-perfecte embryo’s te kunnen doden. Ook het draagmoederschap, waarbij een kunstmatig geconcipieerde embryo in een vreemde vrouw wordt geplaatst, is strijdig met de menselijke waardigheid.
Echtbreuk bestaat erin dat twee partners met elkaar intiem worden terwijl minstens één van hen met een ander getrouwd is. Echtbreuk is een fundamenteel verraad aan de liefde, de breuk van een voor God gesloten verbond en een onrecht ten opzichte van de naaste. Jezus zelf heeft de onontbindbaarheid van het huwelijk uitdrukkelijk vastgesteld: ‘Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden’ (Mc. 10, 9). Met een beroep op de oorspronkelijke wil van de Schepper hief Jezus daarmee de gedoging van de echtscheiding uit het Oude Verbond op. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2353.2364-2365.2382-2384
De bemoedigende belofte van die boodschap van Jezus is: ‘Jullie hebben als kinderen van jullie hemelse Vader het vermogen tot levenslange liefde!’ Desondanks is het niet eenvoudig een partner een leven lang trouw te blijven. Mensen van wie het huwelijk op de klippen loopt, mag je daarom niet veroordelen. Christenen die echter lichtvaardig voor een echtscheiding kiezen, laden wel schuld op zich. Ze zondigen tegen de liefde van God, die in het huwelijk zichtbaar wordt. Ze doen onrecht aan de verlaten partner en de verlaten kinderen. Een trouwe partner kan bij een ondraaglijk geworden huwelijk echter wel uit de gemeenschappelijke woning verhuizen. Om problemen te voorkomen kan dan ook een civiele echtscheiding nodig zijn. In gemotiveerde gevallen kan de Kerk in een procedure voor de nietigverklaring van het huwelijk de geldigheid van het huwelijk onderzoeken.
Voor katholieken bestaat er geen huwelijk zonder een kerkelijke huwelijksinzegening. Hierbij treedt Christus in het verbond tussen man en vrouw binnen en schenk het paar grootmoedig genade en gaven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2390-2391
Oudere mensen menen soms jongeren de raad te moeten geven dat ze beter niet voor ‘de eeuwigheid en de bruidsjurk’ kunnen kiezen. Een huwelijk zou immers enkel een veel te snelle samenvoeging van vermogens, perspectieven en goede bedoelingen zijn onder de gelijktijdige aflegging van een belofte die niet houden is. Een christelijk huwelijk is echter geen boerenbedrog, maar het grootste geschenk dat God voor twee geliefden heeft bedacht. God zelf verbindt ze op een diep niveau, dat mensen zelf niet tot stand kunnen brengen. Jezus Christus, die zei ‘Maar zonder mij kun je niets doen’ (Joh. 15, 5), is in het sacrament van het huwelijk blijvend aanwezig. Hij is de liefde in de liefde van het bruidspaar. Het is zijn kracht die er ook nog is wanneer de kracht van de liefhebbenden lijkt op te drogen. Daarom is het sacrament van het huwelijk heel wat anders dan een stuk papier. Het is als een goddelijk voertuig dat klaar staat en waarin de geliefden kunnen instappen – een voertuig waarvan bruid en bruidegom weten dat het genoeg brandstof heeft om met hulp van God aan het doel van hun verlangen te komen. Wanneer tegenwoordig velen zeggen dat het niet uitmaakt om vrijblijvend of buiten het huwelijk seks te hebben, dan nodigt de kerk je uit je tegen die maatschappelijke druk duidelijk en met kracht te verzetten.