29 november 2010
Jezus stelde zijn omgeving voor deze beslissende vraag: was Hij iemand die met goddelijke volmacht optrad, of was Hij een oplichter, een godslasteraar en iemand die de wet overtrad en dus volgens de wet moest worden veroordeeld? Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 574-576
In menig opzicht was Jezus een complete provocatie voor het traditionele jodendom van zijn tijd. Hij heeft zonden vergeven, en dat kon alleen God doen. Hij heeft het sabbatsgebod gerelativeerd, de verdenking op zich geladen dat hij God lasterde en het verwijt gekregen dat Hij een valse profeet was. Dat zijn allemaal vergrijpen waar volgens de wet de doodstraf op stond.