29 november 2010
God, die liefde is en het oerbeeld van gemeenschap, heeft de mens als man en vrouw geschapen opdat zij tezamen zijn beeld en gelijkenis vormen. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 369-373.383
God heeft de mens zo gemaakt dat hij als man en vrouw verlangt naar vervulling en eenheid in de ontmoeting met het andere geslacht. Mannen en vrouwen zijn absoluut gelijkwaardig, maar brengen door de creatieve ontvouwing van hun man- en vrouw-zijn verschillende aspecten tot uitdrukking van Gods volmaakte wezen. God is geen man en ook geen vrouw, maar Hij heeft zich wel vaderlijk (Lc. 6, 36) en moederlijk (Jes. 66, 13) getoond. In de liefde tussen man en vrouw, met name in de huwelijksgemeenschap, waarin man en vrouw ‘één van lichaam’ (Gen. 2, 24) worden, mogen mensen iets ervaren van het geluk van de definitieve volheid die de vereniging met God meebrengt. Net zoals Gods liefde trouw is, zo probeert ook hun liefde trouw te zijn; en die liefde is scheppend zoals bij God, want uit hun huwelijk ontstaat nieuw leven.
God schiep de mens als man en vrouw. Hij schiep ze voor elkaar en voor de liefde. Hij schiep ze met erotisch begeren en het vermogen tot lust. Hij schiep ze voor het doorgeven van het leven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2331-2333.2335.2392
Man of vrouw zijn bepaalt mensen bijzonder ingrijpend. Het is een andere manier van voelen, een andere manier van liefhebben, een andere roeping met betrekking tot de kinderen, een andere weg in het geloof. God heeft man en vrouw verschillend geschapen omdat Hij wilde dat ze er voor elkaar zijn en elkaar in de liefde completeren. Daarom voelen man en vrouw zich seksueel en geestelijk tot elkaar aangetrokken. Wanneer man en vrouw van elkaar houden en met elkaar slapen, vindt hun liefde haar zinnelijkste uitdrukking. Zoals God in zijn liefde scheppend is, mag ook de mens in de liefde scheppend zijn en kinderen het leven schenken.
God wil dat man en vrouw elkaar in erotische en seksuele lust ontmoeten om zich in liefde steeds vaster met elkaar te verbinden en kinderen uit hun liefde te laten ontstaan. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2362-2367
Aan het lichaam, de lust en erotisch plezier worden in het christendom grote waarde gehecht: ‘Het christendom (...) gelooft dat de materie goed is, dat God zelf ooit een mensengedaante aannam, dat we zelfs in de hemel een soort lichaam ontvangen dat opnieuw een essentieel deel van onze zaligheid, onze schoonheid en onze kracht is. Het christendom heeft meer dan enige andere religie het huwelijk verheerlijkt. Bijna alle hoogstaande liefdespoëzie van de wereldliteratuur werd door christenen geschreven en het Christendom zal iedereen tegenspreken die beweert dat seksualiteit op zich slecht is’ (C.S. Lewis, Onversneden christendom). De lust is echter geen doel op zich. Waar de lust van een paar lust om de lust wordt en niet openstaat voor nieuw leven dat eruit voort wil komen, voldoet ze niet aan het wezen van de liefde.