
29 november 2010
Anders dan de levenloze materie, de planten en de dieren is de mens een persoon die met geest is toegerust. Deze eigenschap verbindt hem meer met God dan met zijn zichtbare medeschepselen. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 355-357.380
De mens is niet ‘iets’, maar ‘iemand’. Zoals wij zeggen dat God persoon is, zo zeggen wij dat ook over de mens. Een mens kan verder denken dan zijn eigen horizon, hij kan het bestaan in volle breedte overzien; hij kan ook kritisch afstand nemen van zichzelf en aan zichzelf werken; hij kan anderen zien als persoon, hen als zodanig in hun waarde erkennen en hen liefhebben. Van alle zichtbare schepselen is alleen de mens in staat ‘zijn Schepper te erkennen en lief te hebben’ 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 12. 3. Het is de bestemming van de mens in vriendschap met zijn Schepper te leven (Joh. 15, 15).