29 november 2010
Christenen en Joden besluiten sinds het vroegste begin al hun gebeden met ‘Amen’ en zeggen daarmee: ‘Ja, zo is het!’ Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2855-2856.2865
Waar een mens ‘Amen’ zegt bij zijn woorden, ‘Amen’ bij zijn leven en zijn lot, ‘Amen’ bij de vreugde die hem wacht, daar komen hemel en aarde samen en zijn we aan het doel: bij de liefde die ons in het begin schiep.
God vereren wij alleen daarom al als Vader, omdat Hij de Schepper is en liefdevol met zijn schepselen omgaat. Bovendien heeft Jezus, Gods Zoon, ons geleerd om zijn Vader als onze Vader te beschouwen en hem als ‘onze Vader’ aan te spreken. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 238-240
Voordat het Christendom bestond, waren er al verschillende godsdiensten waarin God ‘Vader’ genoemd werd. En al voor Jezus’ komst spraken de Israëlieten God als hun Vader aan (Deut. 32, 6)(Mal. 2, 10) en zij wisten dat Hij ook als een moeder is (Jes. 66, 13). Een vader en een moeder beleven mensen als oorsprong en gezag, beschermend en dragend. Wie God als Vader werkelijk is, laat Jezus Christus ons zien: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’ (Joh. 14, 9). In de gelijkenis van de verloren zoon doet Jezus een beroep op het diepe menselijke verlangen naar een barmhartige Vader.
We zeggen Amen - dus: ja - op de belijdenis van ons geloof omdat God wil dat wij getuigen van het geloof zijn. Wie amen zegt, stemt vol blijdschap en in vrijheid in met het scheppende en verlossende werk van God. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1061-1065
Het Hebreeuwse woord ‘amen’ gaat terug op een wortel die zowel ‘geloof’ als ‘standvastigheid, betrouwbaarheid en trouw’ betekent. ‘Wie amen zegt, zet zijn handtekening’ (Augustinus). Dit onvoorwaardelijke ‘ja’ kunnen wij alleen uitspreken omdat Jezus zich voor ons in de dood en verrijzenis als trouw en betrouwbaar heeft betoond. Hij is zelf het menselijke ‘ja’ op alle beloften van God, zoals Hij ook het definitieve ‘ja’ van God aan ons is.