29 november 2010
De Bijbel zegt: ‘Wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten’ (Rom. 8, 26).
Tot God bidden – dat kun je alleen met God. Het is niet in de eerste plaats onze prestatie dat ons gebed ook werkelijk God bereikt. Wij christenen hebben de geest van Jezus ontvangen, die er met heel zijn wezen naar verlangde één te zijn met de Vader: geheel liefde, geheel naar elkaar luisteren, geheel elkaar begrijpen, geheel dat willen wat de ander ook wil. Die heilige geest van Jezus is in ons en hij spreekt uit ons wanneer we bidden. In principe betekent bidden: vanuit de diepte van mijn hart spreekt God tot God. De Heilige Geest helpt onze geest te bidden. Daarom moeten we steeds weer de woorden spreken: ‘Kom, Heilige Geest, kom en help mij te bidden.’
Van Jezus’ bidden leren betekent meedoen aan zijn grenzeloze vertrouwen, instemmen met zijn gebed en door Hem stap voor stap naar de Vader geleid worden. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2607-2614.2621
De discipelen die in gemeenschap met Jezus leefden, leerden bidden door te luisteren en door navolging van Jezus, wiens leven één groot gebed was. Net als Hij moesten ze waken, strijden om een zuiver hart, alles geven voor de komst van het Koninkrijk van God, hun vijanden vergeven, dapper op God vertrouwen en liefde voor Hem voor alles stellen. Met dit voorbeeld van overgave nodigde Jezus zijn discipelen uit God de Almachtige aan te spreken met ‘Abba, lieve Vader’. Wanneer we in de geest van Jezus bidden, vooral wanneer we het Onze Vader bidden, treden we in de voetsporen en kunnen we er zeker van zijn dat we feilloos in het hart van de Vader aankomen.