29 november 2010
Elke mens die begrijpt dat hij een schepsel van God is, zal de Almachtige deemoedig erkennen en Hem aanbidden. De christelijke aanbidding ziet echter niet alleen de grootsheid, de almacht en de heiligheid van God. Ze knielt ook voor de goddelijke liefde, die in Jezus Christus mens geworden is.
Wie God werkelijk aanbidt, gaat voor hem op de knieën of werpt zich ter aarde. Daarin komt de waarheid van de verhouding tussen mens en God tot uitdrukking: Hij is groot en wij zijn klein. Tegelijk is de mens nooit groter dan wanneer hij uit vrije wil neerknielt voor God. De ongelovige die naar God zoekt en begint te bidden, kan langs die weg God vinden.