29 november 2010
‘De wereld is geschapen tot eer van God’ (Eerste Vaticaans Concilie) 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 27. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 293-294.319
De enige reden voor de schepping is de liefde. Daarin laat God zijn heerlijkheid en zijn glorie zien. God loven betekent dan ook niet dat wij applaudisseren voor God. De mens is niet een toeschouwer van het scheppende werk van God. God ‘loven’ houdt in dat wij samen met de hele schepping ons eigen bestaan dankbaar beamen.
Wij vervullen de scheppingsopdracht van God wanneer we de aarde met haar levenswetten, haar vele verschillende soorten, haar natuurlijke schoonheid en haar steeds weer aangroeiende rijkdommen als levensruimte verzorgen en duurzaam behouden, zodat ook toekomstige generaties goed op aarde kunnen leven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2415
In het boek Genesis staat: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen’ (Gen. 1, 28). Met ‘heersen over de aarde’ wordt niet een absoluut recht bedoeld om willekeurig te beschikken over levende en levenloze natuur, dieren en planten. Naar het evenbeeld van God geschapen zijn betekent dat de mens als herder en hoeder voor Gods schepping zorgt. Er staat namelijk ook: ‘God, de Heer, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken’ (Gen. 2, 15).
God hoeft geen applaus. Wij hebben het echter wel nodig dat we spontaan onze vreugde over God en de jubel in ons hart uitdrukken. Wij loven God omdat Hij er is en omdat Hij goed is. Zo stemmen we nu al in met de eeuwige lof van de engelen en de heiligen in de hemel. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2639-2642