29 november 2010
Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2360-2361.2397-2398
Wanneer een van beide partners op het moment van de huwelijkssluiting één van de vier genoemde punten uitsluit, dan komt het Sacrament van het huwelijk niet tot stand.
God, die liefde is en het oerbeeld van gemeenschap, heeft de mens als man en vrouw geschapen opdat zij tezamen zijn beeld en gelijkenis vormen. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 369-373.383
God heeft de mens zo gemaakt dat hij als man en vrouw verlangt naar vervulling en eenheid in de ontmoeting met het andere geslacht. Mannen en vrouwen zijn absoluut gelijkwaardig, maar brengen door de creatieve ontvouwing van hun man- en vrouw-zijn verschillende aspecten tot uitdrukking van Gods volmaakte wezen. God is geen man en ook geen vrouw, maar Hij heeft zich wel vaderlijk (Lc. 6, 36) en moederlijk (Jes. 66, 13) getoond. In de liefde tussen man en vrouw, met name in de huwelijksgemeenschap, waarin man en vrouw ‘één van lichaam’ (Gen. 2, 24) worden, mogen mensen iets ervaren van het geluk van de definitieve volheid die de vereniging met God meebrengt. Net zoals Gods liefde trouw is, zo probeert ook hun liefde trouw te zijn; en die liefde is scheppend zoals bij God, want uit hun huwelijk ontstaat nieuw leven.
God schiep de mens als man en vrouw. Hij schiep ze voor elkaar en voor de liefde. Hij schiep ze met erotisch begeren en het vermogen tot lust. Hij schiep ze voor het doorgeven van het leven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2331-2333.2335.2392
Man of vrouw zijn bepaalt mensen bijzonder ingrijpend. Het is een andere manier van voelen, een andere manier van liefhebben, een andere roeping met betrekking tot de kinderen, een andere weg in het geloof. God heeft man en vrouw verschillend geschapen omdat Hij wilde dat ze er voor elkaar zijn en elkaar in de liefde completeren. Daarom voelen man en vrouw zich seksueel en geestelijk tot elkaar aangetrokken. Wanneer man en vrouw van elkaar houden en met elkaar slapen, vindt hun liefde haar zinnelijkste uitdrukking. Zoals God in zijn liefde scheppend is, mag ook de mens in de liefde scheppend zijn en kinderen het leven schenken.
Het negende gebod keert zich niet tegen de begeerte op zich, maar tegen de ongeordende begeerte. De ‘begeerlijkheid’ waartegen de Schrift waarschuwt, is de heerschappij van de driften over de geest, de dominantie van het instinctieve over de hele mens en de daardoor teweeggebrachte zondigheid. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2514.2515.2528.2529
De erotische aantrekkingskracht tussen man en vrouw is door God geschapen en daarom goed. Hij behoort tot het geslachtelijke wezen en de biologische gesteltenis van de mens. Zij zorgt ervoor dat man en vrouw zich met elkaar verbinden en dat er nakomelingen uit hun liefde kunnen ontstaan. Die verbintenis moet door het negende gebod worden beschermd. De veilige ruimte van het huwelijk en het gezin mag niet in gevaar worden gebracht door te spelen met vuur, dat wil zeggen door achteloos om te gaan met de erotische spanning tussen man en vrouw. Daarom geldt zeker voor christenen: handen af van gehuwde mannen en vrouwen!