29 november 2010
God schiep de mens als man en vrouw. Hij schiep ze voor elkaar en voor de liefde. Hij schiep ze met erotisch begeren en het vermogen tot lust. Hij schiep ze voor het doorgeven van het leven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2331-2333.2335.2392
Man of vrouw zijn bepaalt mensen bijzonder ingrijpend. Het is een andere manier van voelen, een andere manier van liefhebben, een andere roeping met betrekking tot de kinderen, een andere weg in het geloof. God heeft man en vrouw verschillend geschapen omdat Hij wilde dat ze er voor elkaar zijn en elkaar in de liefde completeren. Daarom voelen man en vrouw zich seksueel en geestelijk tot elkaar aangetrokken. Wanneer man en vrouw van elkaar houden en met elkaar slapen, vindt hun liefde haar zinnelijkste uitdrukking. Zoals God in zijn liefde scheppend is, mag ook de mens in de liefde scheppend zijn en kinderen het leven schenken.
Nee, God heeft mannen en vrouwen dezelfde waardigheid als persoon gegeven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2331.2335
Mannen en vrouwen zijn beiden naar het evenbeeld van God geschapen mensen en door Jezus Christus verloste kinderen van God. Het is even onchristelijk als onmenselijk om iemand te discrimineren of achter te stellen omdat hij of zij man of vrouw is. Gelijke waardigheid en gelijke rechten betekenen echter nog geen uniformiteit. Een gelijkstelling die aan de eigenheid van man en vrouw voorbijgaat, is in strijd met het scheppingsidee van God.
Liefde is de vrije overgave van het hart. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2346
Vol liefde zijn betekent van iets zo veel welbehagen beleven dat je buiten jezelf treedt en je eraan overgeeft. Een musicus kan zich overgeven aan een meesterwerk. Een kleuterjuf kan er met heel haar hart voor haar beschermelingetjes zijn. In elke vriendschap zit ook liefde. De mooiste vorm van liefde op aarde is echter de liefde tussen man en vrouw, waarin twee mensen zich voorgoed aan elkaar geven. Elke menselijke liefde is een weerspiegeling van de goddelijke liefde waarin alle liefde thuis is. Liefde is het binnenste van de drievuldige God. In God vindt een voortdurende uitwisseling en eeuwigdurende overgave plaats. Door het overstromen van de goddelijke liefde nemen wij mensen deel aan de eeuwige liefde van God. Hoe meer de mens liefheeft, hoe meer hij op God lijkt. Liefde moet het hele leven van de mens vormen, maar vooral diep en veelbetekenend zijn daar waar man en vrouw binnen het huwelijk liefhebben en ‘één van lichaam worden’ (Gen. 2, 24).
Seksualiteit en liefde horen onscheidbaar bij elkaar. De seksuele ontmoeting heeft een kader van trouwe, betrouwbare liefde nodig. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2337
Waar seksualiteit wordt gescheiden van de liefde en enkel gevraagd is ter bevrediging, wordt de zin van de seksuele vereniging van man en vrouw vernietigd. De seksuele vereniging is de mooiste, lichamelijk-zinnelijke uitdrukking van liefde. Mensen die seks zoeken zonder liefde liegen, want de nabijheid van lichamen vloeit niet voort uit de nabijheid van harten. Wie de taal van zijn lichaam niet serieus neemt, brengt op den duur schade toe aan lichaam en ziel. Seks wordt dan onmenselijk, gedegradeerd tot genotsmiddel en niet meer dan handelswaar. Alleen verplichtende en duurzame liefde biedt ruimte voor een menselijk beleefde en duurzaam gelukkig makende seksualiteit.
Een kuise liefde is een liefde die zich tegen alle krachten van binnen en van buiten verweert die haar willen vernietigen. Je bent kuis wanneer je je seksualiteit bewust hebt aangenomen en goed in je persoonlijkheid hebt geïntegreerd. Kuisheid en onthouding zijn niet hetzelfde. Ook iemand die een actief seksleven heeft binnen het huwelijk, moet kuis zijn. Kuis is een mens precies dan wanneer zijn lichamelijke optreden een uitdrukking is van een betrouwbare en trouwe liefde. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2238
Kuisheid mag niet worden verward met preutsheid. Een mens die kuis leeft, is niet de speelbal van zijn lusten, maar beleeft zijn seksualiteit bewust vanuit de liefde en als uitdrukking van die liefde. Onkuisheid verzwakt de liefde en verduistert haar zin. De katholieke Kerk staat voor een holistisch-ecologische benadering van de seksualiteit. Daartoe behoren op de eerste plaats de seksuele lust, die iets goeds en moois is, op de tweede plaats persoonlijke liefde en op de derde plaats vitaliteit, dat wil zeggen: openheid op kinderen. Zoals bier wordt gemaakt van hop, mout en water – ingrediënten die op zichzelf tamelijk beroerd smaken, maar samen zeer goed – is de katholieke Kerk van mening dat die drie aspecten bij elkaar horen. Wanneer een man namelijk één vrouw heeft voor zijn seksuele lust, een ander voor de romantiek van de liefde en een derde om kinderen bij te krijgen, instrumentaliseert hij ze allen en houdt van geen van hen werkelijk.
Wie vrij is voor de liefde en geen slaaf is van zijn driften of hartstochten, leeft kuis. Alles wat helpt om een betrokken, gerijpte, vrije en liefdevolle mens te worden, helpt dus ook bij een kuise liefde. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2338-2345
Je wordt vrij voor de liefde door een zelfdiscipline die je op elke leeftijd kan verkrijgen, moet trainen en onderhouden. Daarbij helpt het in alle gevallen trouw te blijven aan de geboden van God, verzoekingen uit de weg te gaan, elke vorm van dubbelleven of dubbele moraal te vermijden en God te vragen je te behoeden tegen verzoekingen en je in de liefde te sterken. Een zuivere en ongedeelde liefde kunnen leven is tenslotte een genade en een prachtig geschenk van God.
Ja, elke christen moet zijn liefde kuis beleven, of hij nu jong of oud is, alleen leeft of getrouwd is. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2348-2349.2394
Niet alle mensen zijn geroepen tot het huwelijk, maar iedereen is geroepen tot de liefde. Wij zijn voorbestemd om van ons leven een gave te maken. Voor velen is dat in de vorm van een huwelijk, voor anderen in de vorm van een vrijwillige staat van ongehuwdheid omwille van het hemelrijk en voor weer anderen doordat ze alleen leven, maar wel altijd voor anderen klaarstaan. Alle leven vindt zijn zin in de liefde. Kuis zijn betekent onverdeeld liefhebben. De onkuise is verscheurd en onvrij. De waarachtig liefhebbende is vrij, sterk en goed, hij kan zich in de liefde overgeven. Zo is Christus, die zich geheel voor ons en tegelijk aan de Vader in de hemel heeft gegeven, een voorbeeld van kuisheid, omdat Hij het toonbeeld van de sterke liefde is.
Omdat ze de liefde wil beschermen. Een mens kan een andere mens geen groter geschenk doen dan zichzelf. ‘Ik hou van jou’ betekent voor beiden: ‘Ik wil alleen jou, ik wil je helemaal en ik wil je voor eeuwig!’ Omdat dit zo is, kun je: ‘Ik hou van jou’ eigenlijk niet voor tijdelijk of op proef zeggen, ook niet met het lichaam. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2350.2391
Velen bedoelen het serieus met hun relaties voor het huwelijk. En toch zijn er daarbij twee voorbehouden die niet met de liefde samengaan: de ‘uitstapmogelijkheid’ en de angst voor een kind. Omdat de liefde zo groot, zo heilig en zo uniek is, leert de Kerk jonge mensen de verplichting om te wachten met het aangaan van een seksuele relatie totdat zij getrouwd zijn.
God heeft ons elk ogenblik lief, in elke ongezuiverde toestand, ook in elke toestand van zondigheid. God helpt ons de hele waarheid van de liefde te zoeken en manieren te vinden om deze steeds ondubbelzinniger en meer vastbesloten te leven.
In een gesprek met een priester of een geloofwaardige, ervaren christen kunnen jonge mensen naar een manier zoeken om hun liefde steeds helderder te kunnen beleven. Daarbij zullen ze merken dat elk leven een proces is en dat, wat er ook gebeurd is, met hulp van God altijd een nieuw begin gemaakt kan worden.
Zelfbevrediging is een vergrijp tegen de liefde, omdat ze de opwekking van lust tot een doel op zich maakt en deze loskoppelt van de totale ontvouwing van de liefde tussen man en vrouw. Daarom is ‘seks met jezelf’ een interne tegenspraak. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2352
De kerk beschouwt zelfbevrediging als een ernstige ongeordende handeling en waarschuwt er voor die te bagatelliseren. Er bestaat wel degelijk een gevaar dat veel jeugdigen en volwassenen door de consumptie van opwindende afbeeldingen, films en internetpagina’s vereenzamen, in plaats van in een persoonlijke relatie liefde te vinden. De eenzaamheid kan tot een doodlopende weg worden waarin zelfbevrediging tot een verslaving wordt. Met de instelling ‘voor seks heb ik niemand nodig, dat regel ik zelf wel, hoe en wanneer ik het maar wil’, wordt niemand gelukkig.