
29 november 2010
Het vierde gebod heeft in de eerste plaats betrekking op de lijfelijke ouders, maar ook op die mensen aan wie we ons leven, ons welzijn, onze veiligheid en ons geloof te danken hebben. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2196-2200.2247-2248
Wat we in de eerste plaats aan onze ouders verschuldigd zijn, namelijk liefde, dank en respect, moet ook onze omgang regelen met de mensen die ons leiden en die er voor ons zijn. Er zijn veel mensen die voor ons een door God geschonken, natuurlijke en goede autoriteit vormen: pleeg- en stiefouders, oudere verwanten en voorouders, opvoeders, leraren, werkgevers, meerderen. Hun moeten wij met het vierde gebod recht doen. Dit gebod wijst ons in de breedste zin zelfs op onze burgerplichten tegenover de staat.