29 november 2010
‘In naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’ wordt de mens met een naam gedoopt. Naam en gezicht maken een mens uniek, ook voor God. ‘Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!’ (Jes. 43, 11). Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2158
Christenen gaan eerbiedig om met de naam van een mens, omdat de naam diep met de identiteit en waardigheid van de mens verbonden is. Van oudsher kiezen christenen voor hun kinderen de naam van een heilige. Dat doen ze in het geloof dat de naamheilige een voorbeeld is en voor hen zal voorspreken bij God.