29 november 2010
Wij aanbidden God omdat Hij bestaat en omdat eerbied en aanbidding het gepaste antwoord zijn op zijn verschijning en zijn tegenwoordigheid. ‘Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen Hem’ (Mt. 4, 10). Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2095-2105.2135-2136
De aanbidding van God dient echter ook de mens, want ze bevrijdt hem van de dienst aan de machten van die wereld. Waar God niet langer aanbeden wordt, waar Hij niet langer Heer over leven en dood mag zijn, werpen anderen zich hiervoor op en zetten ze de menselijke waardigheid op het spel.
Een zegenbede is een gebed dat de zegen van God over ons afsmeekt. Alle zegeningen gaan uitsluitend uit van God. Zijn goedheid, zijn nabijheid, zijn erbarmen, dat is zegen. ‘De Heer zegene u’, is de kortste zegenwens. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2626-2627
Elke christen moet de zegen van God afroepen over zichzelf en anderen. Ouders kunnen hun kind het kruisteken op het voorhoofd tekenen. Mensen die van elkaar houden, kunnen elkaar zegenen. Bovendien zegent de priester vanuit zijn ambt uitdrukkelijk in de naam van Jezus en in opdracht van de Kerk. Zijn zegenbede wordt op bijzondere wijze werkzaam door de priesterwijding en de kracht van het gebed van de hele Kerk.