29 november 2010
Door onze hartstochten worden wij door sterke emoties en duidelijk aanvoelen van het juiste aangetrokken door het goede en afgestoten door het slechte. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1762-1766.1771-1772
God heeft de mens zo gemaakt dat hij kan liefhebben en haten, iets kan begeren of verachten, dat hij door dingen wordt aangetrokken en voor andere bang is, dat hij vol vreugde, verdriet of vol woede is. De mens houdt diep in zijn hart altijd van het goede en haat het slechte – of wat hij daarvoor houdt.
Nee, hartstochten kunnen heel waardevol zijn. Pas als ze verkeerd gericht worden, kunnen hartstochten, bedoeld om het goede te realiseren, tot helpers van het slechte worden. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1767-1770.1773-1775
Hartstochten die zich op het goede richten, worden deugden. Dan vormen ze de brandstof voor een strijdbaar leven voor liefde en gerechtigheid. Hartstochten die een mens in de greep hebben, hem van zijn vrijheid beroven en verleiden tot het slechte, noemen we ondeugden.