29 november 2010
Dat de mens zijn vrijheid kan uitoefenen, is een oerrecht van zijn menselijke waarde; de vrijheid van de enkeling mag pas worden ingeperkt als hij door het uitoefenen van zijn vrijheid de vrijheid van anderen bedreigt. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1738.1740
Vrijheid zou geen vrijheid zijn als het niet de vrijheid was om ook het verkeerde te kiezen. Als je iemands vrijheid niet respecteert, schend je zijn waardigheid. Het is een kerntaak van de staat om het recht op vrijheid van alle burgers (vrijheid van godsdienst, van samenkomst, van mening, van beroep enz.) te beschermen. De vrijheid van de één is de grens van de vrijheid van de ander.