29 november 2010
Bij de doop wordt het zogenaamde kleine exorcisme voltrokken, een gebed om de dopeling te onttrekken aan de macht van de Boze en om hem sterk te maken tegen de ‘machten en krachten’ die Jezus heeft overwonnen. Het grote exorcisme is een gebed met het gezag van Jezus waardoor een gedoopte Christen wordt onttrokken aan de invloed en de macht van de Boze en dat in de Kerk zelden en pas na uiterst zorgvuldig onderzoek wordt toegepast. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1673
Wat in Hollywoodfilms wordt voorgesteld als 'exorcisme', komt meestal niet overeen met de waarheid van Jezus en van de Kerk. Over Jezus wordt vaak verteld dat Hij de demonen uitdreef. Hij had macht over boze machten en krachten en kon de mensen ervan bevrijden. Hij gaf de apostelen ‘de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen’ (Mt. 10, 1). De Kerk doet tegenwoordig niets anders, wanneer een gewijde priester een exorcismegebed uitspreekt over iemand die daarom vraagt. Van tevoren wordt uitgesloten dat het om een psychisch geval gaat (die vallen onder de bevoegdheid van een psychiater). Bij exorcisme gaat het om afweer tegen geestelijke verleidingen en kwellingen en bevrijding van de macht van de Boze.