
29 november 2010
De huwelijkssluiting moet als regel publiekelijk plaatsvinden. Het bruidspaar wordt gevraagd naar hun instemming met het huwelijk. De priester of diaken zegent de ringen. Bruid en bruidegom wisselen de ringen uit en beloven elkaar ‘trouw in goede en kwade dagen, in gezondheid en ziekte, tot de dood ons scheidt’ en leggen de volgende gelofte af: ‘Ik wil je liefhebben, achten en eren, alle dagen van mijn leven.’ De celebrant bevestigt het huwelijk en geeft de zegen. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1621-1624.1663
Met de volgende woorden vraagt de Kerk in de huwelijksritus eerst aan de bruidegom, dan aan de bruid.
Celebrant: 'Ik vraag u: u bent hierheen gekomen om met uw bruid N./uw bruidegom N. te trouwen. Doet u dit uit vrije wil en met volle instemming van uw hart?'
Bruidegom en bruid: ‘Ja.’
Celebrant: ‘Bent u bereid uw vrouw/man lief te hebben en te waarderen alle dagen van haar/zijn leven?’
Bruidegom en bruid: ‘Ja.’
De volgende vragen richt de celebrant tot bruid als bruidegom samen.
Celebrant: ‘Bent u bereid kinderen als geschenk uit Gods hand te aanvaarden, hen in uw liefde te laten delen en hen in de geest van Christus en zijn Kerk op te voeden?’
Bruidegom en bruid: ‘Ja.’
Celebrant: 'Bent u beiden bereid als christelijk echtpaar medeverantwoordelijkheid voor de Kerk en de wereld te nemen?'
Bruidegom en bruid: ‘Ja.’